dinsdag, 27. maart 2018 - 16:20

Slechtere gezondheid kind na medisch ingrijpen bij bevalling

Slechtere gezondheid kind na medisch ingrijpen bij bevalling
Foto: PX
Groningen

Kinderen die zijn geboren na medisch ingrijpen, bijvoorbeeld met weeënopwekkers, een vacuümpomp of een keizersnede, hebben vaker gezondheidsproblemen. Dat blijkt uit de analyse van gegevens van bijna 500.000 Australische kinderen van gezonde moeders die tussen 2000 en 2008 na een ongecompliceerde zwangerschap werden geboren. In deze studie is een duidelijk verband aangetoond, maar het is nog te vroeg om te stellen dat de geboorte-interventies rechtstreeks leiden tot de slechtere gezondheid.

Daar is verder onderzoek voor nodig. Toch ondersteunen de onderzoekers de eerdere oproep van de WHO om terughoudender te zijn met geboorte-interventies.  Onderzoekers van UMCG, VUmc en Verloskunde Academie AVAG publiceerden hun bevindingen samen met collega-onderzoekers uit Australië, Ierland en Groot-Brittannië vandaag in het wetenschappelijk magazine Birth.

Steeds meer geboorte-interventies

Het is een wereldwijde tendens die ook in Nederland duidelijk zichtbaar is: steeds minder kinderen worden geboren met een normale bevalling. Zo stijgt het percentage kinderen dat met een keizersnede ter wereld komt gestaag. In Europa is dat nu 25 procent, in Australië 33 procent en Latijns-Amerika en de Cariben spannen de kroon met 41 procent. 

Ook de aantallen van ‘instrumentele bevallingen’ zoals tangverlossingen en vacuümpomp stijgen, net als de toediening van weeënopwekkers en andere farmaceutische interventies. In het onderzoek is alleen gekeken naar de bevallingen van gezonde vrouwen die gezonde kinderen zonder aangeboren afwijkingen kregen, en waarbij er tijdens de zwangerschap geen medische indicatie was voor het ingrijpen tijdens de geboorte. Slechts 38 procent van deze vrouwen had een normale bevalling zonder enige vorm van medisch ingrijpen. Hoewel het aantal geboorte-interventies in Australië nog wat hoger ligt dan in Nederland, waar minder dan de helft van alle kinderen zonder medisch ingrijpen wordt geboren, zijn de conclusies ook te betrekken op de Europese situatie.

Gezondheidsproblemen

Uit de studie blijkt dat dat het risico dat een kind gezondheidsproblemen ontwikkelt significant groter is als er een medische interventie was tijdens de bevalling. Alle soorten geboorte-interventies worden gelinkt aan gezondheidsproblemen, maar de aard van de gezondheidsproblemen varieert per interventie. Uit het onderzoek blijkt wel dat hoe meer er ingegrepen is, hoe meer gezondheidsproblemen. Dus als er eerst weeënopwekkers zijn gegeven en vervolgens ook een (spoed)keizersnede nodig was, dan zijn de gezondheidsproblemen het grootst.

Zo blijkt dat baby's geboren met een keizersnede vaker en erger last hadden van onderkoeling na de geboorte. Na een instrumentele geboorte waarbij eerst inleiding of weeënopwekking nodig was, hadden baby’s vaker  geelzucht en voedingsproblemen. Na een keizersnede hadden kinderen meer kans op metabole ziekten (zoals diabetes en obesitas). Het risico op maag-en darmaandoeningen was het grootst bij kinderen waarvan de bevalling was ingeleid of gestimuleerd en na een geplande keizersnede. Alle vormen van geboorte-interventie gingen gepaard met een verhoogd risico op luchtweginfecties, metabole ziekten en eczeem.

De microbioom hypothese

Deze onderzoeksresultaten laten een duidelijk verband zien tussen geboorte-interventies en slechtere gezondheidsuitkomsten bij het kind, maar geven geen antwoord op de vraag waarom dat verband er is. Een van de Australische onderzoekers ontwikkelde in 2012 de hypothese dat een vaginale geboorte de kans biedt ​​om gezond microbioom (alle micro-organismen op en in ons lichaam) te ‘zaaien’ en dat de stress van een normale bevalling  een belangrijke invloed heeft op  het programmeren van het immuunsysteem van het kind. Te weinig stress (geen weeën en een keizersnede) en te veel stress (inleiding, opwekking of instrumentele geboorte) kan lijden tot een chemische verandering van het DNA. Door deze chemische verandering kunnen bepaalde genen, en daarmee ook hun werking, aan- en uitgezet worden, en dit kan leiden tot een uiteenlopende gezondheidsproblemen. Deze hypothesen worden verder onderzocht.

Terughoudendheid geboden

Het is voor het eerst dat er een groot onderzoek gedaan is naar het verband tussen geboorte-interventies en de gezondheid van het kind. Uit vervolgonderzoek zal moeten blijken of de geboorte-interventies rechtstreeks leiden tot de slechtere gezondheid. Toch ondersteunen de onderzoekers de eerdere oproep van de WHO om terughoudender te zijn met geboorte-interventies omdat de langetermijngevolgen voor het kind onvoldoende zijn onderzocht. Zij adviseren om vrouwen meer tijd te geven in de verschillende fasen van hun zwangerschap en bevalling als dat medisch gezien kan. Het is belangrijk dat vrouwen en hun partners alle informatie hebben over zowel de effecten van interventies op de gezondheid van hun kind om beslissingen te kunnen nemen tijdens de bevalling.