Met slechts een half uurtje vogels tellen help je Vogelbescherming bij het grootste burgeronderzoek van Nederland! Vorig jaar namen meer dan 55.000 mensen deel aan de telling. De Nationale Tuinvogeltelling van Vogelbescherming Nederland vindt dit keer plaats op zaterdag 16 en zondag 17 januari. Op vrijdag 15 januari tellen de scholen.
Meedoen is makkelijk
Meedoen is simpel: 30 minuten lang inventariseer je de vogels in de tuin en de resultaten meld je op tuinvogeltelling. Moeite met het herkennen van vogels? Met de gratis app Tuinvogels is het herkennen van de vogels heel eenvoudig. Op de website staat ook een overzicht van de meest voorkomende vogels mét tips om ze uit elkaar te houden. In het weekend zelf is Vogelbescherming via Twitter, Facebook en mail bereikbaar voor het stellen van vragen.
Top 3 vorig jaar
De top 3 bestond vorig jaar uit huismus, koolmees en merel. Door het zachte weer werden er toen relatief veel roodborsten, winterkoninkjes en ijsvogels gezien. Bij kouder weer overleven minder vogels van deze soorten. Ondanks het warmere weer in 2015 werd in 1 op de 8 tuinen een grote bonte specht gezien; een vogel die bij koud weer uit de bossen naar de tuinen trekt op zoek naar ‘makkelijk’ voedsel.
Winterweer
De grote vraag dit jaar is in hoeverre het warme winterweer van de afgelopen weken ook dit keer terug te zien is in de resultaten. De laatste weken waren de verschillen tussen Noord-Nederland (ijzel, vorst) en de rest van Nederland (zacht, wisselvallig) uitzonderlijk. Vogelbescherming verwacht die verschillen terug te zien in de Tuinvogeltelling: meer waarnemingen van bijvoorbeeld vink en grote bonte specht in Noord-Nederland en minder van deze soorten in de rest van Nederland. Of komt er komend weekend toch nog vorst en sneeuw en zien we daardoor zelfs roofvogels als de sperwer in de tuin?