Zijn kwaadheid richtte zich tegen enkele Kamerleden van de oppositie, zoals CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt en Louis Bontes. Rutte was de insinuaties zat dat het kabinet in de nasleep van het neerhalen van de MH17 zaken geheimhoudt. Kamerleden vonden dat het kabinet tijdens het debat niet genoeg openheid van zaken gaf. Bontes sprak zelfs van een doofpot rond MH17. Zo vroeg hij: 'Hoe duidt de premier het feit dat er een werkgroep waarheidsvinding is opgericht door nabestaanden, om te kijken of het deksel echt van de doofpot afgaat?'
De premier reageerde ongekend fel: 'Insinuaties onder de gordel! Grote onzin! De gedachte dat wij vanwege de handelsrelaties met Rusland of de gezellige contacten met Oekraïne, dingen in de doofpot stoppen wat betreft MH17, is totale nonsens.' Rutte had volgens eigen zeggen maar één doel: 'de nabestaanden maximale kans geven dat wij gerechtigheid krijgen'.
Het verzoek van Pieter Omtzigt of een een interview dat Rutte gaf aan een wetenschappelijke publicatie van de TU Twente over MH17 kan worden ingezien door de Tweede Kamer, werd afgewezen. Omzigt vroeg ook nog waarom de radarbeelden van het moment dat het vliegtuig werd neergehaald, niet zijn verkregen. Van Oekraïne en Rusland kreeg de Onderzoeksraad niet direct radarbeelden. De VS zou radarbeelden bezitten maar die zijn niet opgevraagd door de onderzoekers. Volgens de Onderzoeksraad is de afvuurlocatie van de raket niet nader bepaald omdat het niet de taak is van de Onderzoeksraad de schuld of aansprakelijkheid te onderzoeken.