donderdag, 21. april 2016 - 17:20 Update: 28-04-2016 14:51

Vordering van 111 miljoen euro tegen Joep van den Nieuwenhuyzen gaat niet door

Vordering 111 miljoen euro tegen 'bedrijvendokter' door rechtbank van tafel geveegd
Foto: Archief EHF
Rotterdam

De rechtbank Rotterdam heeft donderdag het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering van 111 miljoen euro tegen zakenman Joep van den Nieuwenhuyzen. Dit meldt de rechtbank donderdag.

De rechtbank heeft op 19 juli 2013 vonnis gewezen in de strafzaak. De officier van justitie heeft op 18 mei 2015 een vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel ingediend ter hoogte van ruim 42 miljoen euro. 

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de berekening van 15 maart 2016 ter hoogte van ruim 111 miljoen euro een aanvulling is geweest op de oorspronkelijke vordering.

De rechtbank is evenwel van oordeel dat de berekening van 15 maart 2016 van 111 miljoen euro geen aanvulling is geweest op de oorspronkelijke vordering van 42 miljoen euro  maar een nieuwe vordering. 

De officier van justitie heeft in de nieuwe schatting op transactiebasis de bewezen verklaarde omkoping als basis genomen terwijl die basis eerder bestond uit drie gevallen van faillissementsfraude. Aan de schatting is een geheel nieuw feitencomplex ten grondslag gelegd. 

Niet langer gaat het om begunstiging van betrokkene vanuit het concern, maar om geld dat in het concern is gestopt kort gezegd door het opnemen van kredieten die frauduleus zouden zijn verkregen. Die berekening leidt ook tot een geheel ander, veel hoger bedrag. Die andere uitkomst laat eens te meer zien dat het om een nieuwe vordering gaat.

Te laat ingediend

'Deze nieuwe vordering is ingediend op 15 maart 2016 en dus buiten de in artikel 511b Sv bedoelde termijn van twee jaren die begon op 19 juli 2013', aldus de motivering van de rechtbank.