Gezien het maatschappelijk belang dat Canada heeft met betrekking tot de berechting van de feiten ten aanzien van Amanda Todd in Canada, acht het OM het begrijpelijk dat Canada een dergelijk uitleveringsverzoek heeft gedaan.
'Het OM acht de uitlevering van Ayden C. toelaatbaar', zo laat het OM dinsdagmiddag weten op het verzoek van de Canadese autoriteiten om uitlevering van Aydin C. tijdens een openbare zitting door de uitleveringskamer van de Amsterdamse rechtbank.
Minister beslist uiteindelijk
Verzoeken tot uitlevering worden altijd aan de minister van Veiligheid en Justitie gericht. De minister verzoekt vervolgens het OM, in dit geval het OM in Amsterdam, om de zaak aan te brengen bij de uitleveringskamer van de rechtbank. Uiteindelijk is het ook de minister die, nadat de rechtbank de uitlevering al dan niet toelaatbaar heeft geacht, beslist of Aydin C. daadwerkelijk kan en mag worden uitgeleverd aan Canada.
Het proces waarin het uitleveringsverzoek van Canada wordt behandeld, staat los van de strafzaak die door het Landelijk Parket - een ander onderdeel van het OM - voor de rechter wordt gebracht. Ook die zaak wordt door de Amsterdamse rechtbank behandeld, maar door een andere meervoudige kamer.
In de strafzaak wordt Aydin C. in Nederland vervolgd voor feiten met betrekking tot slachtoffers uit het binnen- en buitenland. De feiten met betrekking tot Amanda Todd maken geen deel uit van deze Nederlandse strafzaak. De Canadese autoriteiten hebben in april 2014 al bekend gemaakt deze zaak in Canada te willen vervolgen door een aanklacht uit te brengen.