maandag, 8. mei 2017 - 19:45 Update: 08-05-2017 20:58

20 rechercheurs onderzoeken ongeregeldheden rondom de voetbalwedstrijd Excelsior-Feyenoord

Rotterdam

Een team van 20 rechercheurs is een onderzoek gestart naar de ongeregeldheden rondom de voetbalwedstrijd Excelsior-Feyenoord zondag.

Het team, dat zondagavond al begonnen is, bekijkt de beschikbare beelden om te bezien wie er betrokken was. Ook handelt de politie, onder leiding van een officier van justitie, de zaken af tegen de mensen die zondag al werden aangehouden.

Ondanks de drukte was de sfeer zondag eerst opgetogen en verwachtingsvol. Toen snel achter elkaar de drie doelpunten voor Excelsior vielen, sloeg de sfeer al snel om in teleurstelling en gelatenheid. Veruit de grootste groep voetballiefhebbers ging nog tijdens de wedstrijd weg. Een groep van enkele honderden ‘fans’ kon het verlies moeilijker verkroppen en besloot de frustratie te botvieren op politieagenten, straatmeubilair en andere goederen. Relschoppers daagden de politie uit, gooiden vuurwerk, straatstenen en beledigden agenten. Toen de raddraaiers niet reageerden op waarschuwingen, besloot de ME enkele charges uit te voeren om de groepen uit elkaar te drijven. Toen ook dat geen effect had, werden ook de waterwerper, de bereden politie en de hondengeleiders ingezet.

Onacceptabel

De politie vindt agressie en geweld tegen haar medewerkers onacceptabel. Het onderzoeksteam richt zich in eerste instantie dan ook op het identificeren van verdachten die gewelddadig zijn in de richting van agenten en andere personen. Bovendien wordt gekeken naar mogelijkheden om de geïdentificeerde verdachten volgend weekeinde en de maandag daarop te weren uit de omgeving van de Kuip en het centrum. 

Publicatie

De eerste beelden van verdachten die niet door politiemensen worden herkend, worden voor de komende wedstrijd van Feyenoord op www.politie.nl geplaatst. Personen die betrokken zijn geweest bij de rellen, kunnen zich uiteraard te allen tijde vrijwillig bij de politie melden.

Categorie:
Provincie:
Blik op 112: