donderdag, 6. juli 2017 - 7:31

Vrouwen in vrouwenopvang verstrikt in financiële regelingen

Vrouwen in vrouwenopvang verstrikt in financiële regelingen
Foto: Archieffoto ter illustratie FBF
Den Haag

Bestaande regelingen en procedures voor vrouwen die verblijven in een vrouwenopvanglocatie sluiten niet goed op elkaar aan. Het is voor vrouwen in deze situatie bijna onmogelijk zelfstandig hun weg te vinden in deze papieren werkelijkheid.

Nationale ombudsman Reinier van Zutphen constateert verschillende knelpunten bij aanmelding, tijdens en na de opvang. Zo is het regelen van een eigen inkomen voor de vrouwen complex, het duurt lang en veroorzaakt administratieve rompslomp, hun schulden nemen tijdens de opvang vaak verder toe en de hulpverlening aan hun kinderen duurt lang. Van Zutphen: "Ik doe een dringend beroep op de zorgplicht van VWS en gemeenten om de knelpunten aan te pakken en het voor deze kwetsbare groep vrouwen makkelijker te maken."

Jaarlijks maken ongeveer 12.000 vrouwen, meestal met kinderen, noodgedwongen gebruik van een opvangplek in een vrouwenopvang. Het is een kwetsbare groep vrouwen: ze zijn vaak mishandeld, hebben psychische problemen en/of zitten in een zorgwekkende financiële situatie. De Nationale ombudsman kreeg signalen dat de vrouwen tegen (financiële) knelpunten aanliepen tijdens de opvang.

Knelpunten bij aanmelding, tijdens en na verblijf

De Nationale ombudsman heeft in kaart gebracht tegen welke (financiële) knelpunten vrouwen aanlopen bij de instroom, tijdens het verblijf en bij de uitstroom uit een vrouwenopvanglocatie. Bij binnenkomst moeten vrouwen allerlei (financiële) papieren ondertekenen, terwijl ze nauwelijks besef hebben van de inhoud en de consequenties. Ook ontvangen zij vaak geen beschikking waardoor zij vaak niet weten dat zij een eigen bijdrage moeten betalen of hoe hoog die is.

Tijdens het verblijf moeten zij een inkomen gaan regelen, zodat ze weer financieel op eigen benen kunnen gaan staan. Dat is complex, duurt lang en is een administratieve rompslomp, constateert de Nationale ombudsman. Schulden nemen tijdens het verblijf vaak toe, maar voor schuldhulpverlening komen zij vaak niet in aanmerking. En er wordt geen onafhankelijke cliëntondersteuning ingezet om de vrouwen hierbij te helpen. Hulpverlening voor hun kinderen komt traag op gang, omdat die weer uit een ander potje gefinancierd wordt en omdat hiervoor vaak ook de toestemming van de vader vereist is. Zijn ze klaar om uit te stromen, dan lopen zij weer tegen andere problemen aan. Het is bijvoorbeeld moeilijk om een urgentieverklaring te krijgen voor een huurwoning als er schulden zijn. überhaupt is het met schulden nauwelijks mogelijk om in aanmerking te komen voor een huurwoning.

Conclusie: papieren werkelijkheid

In theorie zijn er verschillende regelingen voor de vrouwen. Maar de Nationale ombudsman constateert dat die administratieve werkelijkheid van de overheid niet aansluit op de leefsituatie van de vrouwen. Zij zijn nauwelijks in staat om zelfstandig hun weg hierin te vinden en zijn afhankelijk van toeval of ze daar hulp bij krijgen. Een andere conclusie is dat de rechtsbescherming van de vrouwen onder druk staat omdat vrouwen vaak geen beschikking ontvangen. Hierdoor hebben zij geen mogelijkheid bezwaar te maken als ze bijvoorbeeld niet worden toegelaten tot de opvang.

Oplossingsrichtingen zijn bijvoorbeeld: meer structureel overleg tussen gemeenten en vrouwenopvanglocaties over de uitvoeringsregelingen en maatwerkoplossingen, het inzetten van onafhankelijke cliëntondersteuning en het zo snel mogelijk in gang zetten van eventuele schuldhulpverlening.

Aanbevelingen

In het werk van de Nationale ombudsman staat het perspectief van de burger centraal. Het uitgangspunt is dat de overheid er is voor iedereen. De overheid heeft een zorgplicht voor haar burgers en de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat kwetsbare mensen niet buiten de boot vallen. Daarom doet hij de minister van VWS de aanbeveling om als 'systeemverantwoordelijke' regie te nemen in het oppakken van de geconstateerde knelpunten. Omdat de uitvoering van de vrouwenopvang voor een groot deel bij de gemeenten ligt, vraagt hij gemeenteraden een actieve rol te pakken door zich te laten informeren door het college van B&W hoe het er in hun gemeente voor staat en welke stappen worden gezet naar aanleiding van dit rapport.