woensdag, 30. augustus 2017 - 17:51 Update: 30-08-2017 17:58

24 jaar celstraf geëist tegen verdachte explosie woonboot Wormer

24 jaar celstraf geëist tegen verdachte explosie woonboot Wormer
Foto: Archief EHF/ foto ter illustratie
Amsterdam/Wormer

Woensdag heeft het Openbaar Ministerie (OM) voor de rechtbank in Amsterdam in hoger beroep een gevangenisstraf van 24 jaar geëist tegen een 28-jarige man uit Purmerend die er van wordt verdacht een aanslag op een woonboot in Wormer te hebben gepleegd op 13 april 2015. Dit heeft het OM woensdag bekendgemaakt.

Explosie

'Bij de explosie kwam de 53-jarige bewoner van de woonboot om het leven. De 51-jarige  vrouw van het overleden slachtoffer raakte zwaargewond', aldus het OM. Die bewuste dag worden bewoners in de wijk opgeschrikt door een enorme knal. De meldkamer wordt overspoeld door telefoontjes van omwonenden, die spreken van een explosie. 

Wanneer de hulpdiensten ter plaatse arriveren treffen zij een woonboot aan met een gat in de romp. De ruiten van omliggende woningen zijn gesneuveld. Op de kade ligt een man: hij blijkt te zijn overleden. De hulpdiensten treffen ook een ernstig gewonde vrouw aan. 

Verkeerde woonboot

De politie start een TGO-onderzoek; dat onderzoek komt in een stroomversnelling wanneer het gewonde slachtoffer uit haar coma ontwaakt en verklaart over hetgeen zij gezien en gehoord heeft. Het onderzoek wijst erop dat de aanslag gericht was op een bekende van de verdachte en dat de verdachte vervolgens de verkeerde woonboot heeft gekozen. Een familielid zou eerder aangifte hebben gedaan tegen het vermeende slachtoffer. De verdachte zou niet hebben kunnen verkroppen dat die zaak werd geseponeerd.

Stoornis bij verdachte

Het hoger beroep draait met name om de strafmaat. De rechtbank veroordeelde de verdachte in 2016 tot een gevangenisstraf van zeventien jaar. Het OM heeft hoger beroep ingesteld omdat er uit het onderzoek sterke aanwijzingen naar voren zijn gekomen die wijzen op een stoornis bij de verdachte. 

Terugkeer onverantwoord

Die zijn wat het OM betreft zodanig ernstig dat een terugkeer in de maatschappij zonder behandeling onverantwoord zou zijn. De officier van justitie had in eerste aanleg een gevangenisstraf van tien jaar en tbs met dwangverpleging geëist of, wanneer de rechtbank tbs niet mogelijke achtte, een gevangenisstraf van twintig jaar.

De advocaat-generaal heeft de zaak in hoger beroep opnieuw bekeken en heeft aanvullend onderzoek laten verrichten. Daaruit is onvoldoende duidelijkheid gekomen over de aard en ernst van de problematiek die bij verdachte speelt en of die stoornis doorwerking heeft gehad bij de feiten. De verdachte heeft zowel in eerste aanleg als in hoger beroep geweigerd mee te werken aan onderzoek naar zijn geestesgesteldheid. Ook familie en vrienden weigerden medewerking te verlenen.

Weinig informatie

Dat maakt dat er te weinig informatie over verdachte beschikbaar is om een behandeling plaats te laten vinden. De advocaat-generaal rekent het de verdachte echter zeer aan het recht in eigen handen genomen te hebben, met een fatale afloop tot gevolg. 

Wat de advocaat-generaal betreft doet noch de strafeis door de officier van justitie noch hetgeen door de rechtbank is opgelegd aan verdachte recht aan hetgeen verdachte wordt verweten en de gevolgen daarvan. De advocaat-generaal heeft daar dan ook rekening mee gehouden bij het bepalen van de hoogte van haar strafeis. Het hof doet naar verwachting op 20 september uitspraak.

Categorie:
Provincie: