woensdag, 2. mei 2018 - 16:15 Update: 04-05-2018 16:02

Aantal merels in jaar tijd met 15 procent gedaald

Minder merels geteld in steden en dorpen
Foto: Archief EHF/ foto ter illustratie
Nijmegen

Het aantal merels in Nederland is bij de laatste telling in 2018 met 15% afgenomen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Dit meldt Sovon woensdag.

Sterkste afname sinds 2007

'Voorlopige cijfers uit tellingen in steden en dorpen laten een afname van 15% Merels ten opzichte van vorig jaar zien. Dat is de sterkste afname sinds het begin van de telreeks in 2007. Ook in de honderden tuinen die wekelijks geteld worden via tuintelling.nl zien waarnemers gemiddeld iets minder Merels. De vraag is of het Usutu-virus hiervan de oorzaak is.

Uitbraak Usutu-virus 2016 en 2017

De uitbraken van het Usutu-virus in de zomers van 2016 en 2017 zijn aanleiding om de aantalsontwikkeling van de Merel nauwlettend te volgen. Dat doen we via drie telprojecten: met MUS en de Jaarrond Tuintelling in steden en dorpen en met het BMP-project vooral in het buitengebied. 

Broedseizoen 2018: stedelijk gebied

De eerste telperiode van MUS liep op 30 april op zijn einde. Op basis van de reeds ingestuurde resultaten in bijna 380 telgebieden (met ieder 8-12 telpunten), die ook in voorgaande twee jaren zijn onderzocht, zijn 15% minder Merels vastgesteld (6911) dan in april 2016 (8037) en 2017 (8111).  We moeten de resultaten van de tweede periode natuurlijk afwachten, maar zo’n sterke afname zagen we bij de stadse Merels niet eerder sinds de start van MUS in 2007. Aan de andere kant: het verschil is niet zodanig dat we van een ‘ineenstorting’ van de populatie kunnen spreken. 

De resultaten van de honderden tuinen die wekelijks worden geteld via de Jaarrond Tuintelling bevestigen het beeld. De gemiddelde aantallen Merels per tuin liggen al sinds vorige nazomer op een lager niveau dan in dezelfde periode in voorgaande jaren. Sinds 1 maart zijn het er wekelijks gemiddeld 17% resp. 12% minder dan in 2016 en 2017. De verschillen lijken regionaal flink uiteen te lopen, met vooral in zuidelijk Nederland soms veel minder Merels.

Broedseizoen 2018: buitengebied

Het Broedvogel Monitoring Project (BMP) meet vooral buiten het stedelijk gebied. Op basis van 340 telgebieden waarvoor de resultaten van minimaal drie telrondes al zijn ingestuurd, kunnen we een voorlopige (!) verandering berekenen van minus 4-6% ten opzichte van de maart- en apriltellingen in 2016/17. Dat indiceert een beperktere afname dan in stedelijk gebied en de verandering valt ook binnen de marge van jaarlijkse fluctuaties van de Merel in de afgelopen jaren.

Usutu

De afname van Merels in stedelijk gebied uit voorgaande jaren lijkt dus in 2018 (versterkt) door te zetten. In het buitengebied lijkt tegelijkertijd veel minder aan de hand. Voor meer zicht op de oorzaken, en de invloed van het Usutu-virus, is meer onderzoek nodig. Naarmate meer waarnemers hun tellingen sneller online verwerken, kunnen we een accurater beeld krijgen van actuele ontwikkelingen. We kunnen dan de tussentijdse resultaten ook verder regionaal uitsplitsen, bijvoorbeeld om te kijken in hoeverre de geleidelijke verschuiving naar het westen en noordoosten van met het Usutu-virus geïnfecteerde Merels matcht met verschillen op populatie-niveau.

Categorie:
Provincie:
Tag(s):