maandag, 29. oktober 2018 - 15:29 Update: 29-10-2018 15:33

Moeder krijgt voorwaardelijke celstraf voor achterlaten zoontje op CS Amsterdam

Moeder krijgt voorwaardelijke celstraf voor achterlaten zoontje op CS Amsterdam
Foto: Archief EHF/ foto ter illustratie
Amsterdam

Maandag heeft de rechtbank in Amsterdam een 40-jarige vrouw, die haar 3-jarige zoontje achterliet op het Centraal Station in Amsterdam krijgt, veroordeeld tot 19 dagen gevangenisstraf, gelijk aan de tijd die ze in voorlopige hechtenis doorbracht en 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. 'De rechtbank volgt daarmee de eis van het openbaar ministerie', zo meldt de rechtbank maandagmiddag.

'Goede zorg'

Op 26 november vorig jaar liet de 40-jarige vrouw haar 3-jarige zoontje achter op het Centraal Station van Amsterdam. Nadat de politie camerabeelden in de media had verspreid, werd de vrouw herkend en 3 dagen later aangehouden. De vrouw verklaarde dat zij niet in staat was geweest voor het jongetje te zorgen en zei te hebben gehoopt dat hij in Nederland goede zorg zou krijgen.

In gevaar

De rechtbank neemt het de vrouw zeer kwalijk dat zij op deze manier hulp heeft gezocht voor haar zoontje, die van haar afhankelijk was. Hij was niet alleen pas 3 jaar oud, maar ook veel beperkter dan een kind van zijn leeftijd: hij kon niet praten, begreep de taal niet, was niet zindelijk en leek last te hebben van een gedragsstoornis. Door hem zo, op zo’n drukke en gevaarlijke plek als het Centraal Station alleen achter te laten, heeft de vrouw haar kind ernstig in gevaar gebracht. Dit handelen verdient geen andere straf dan een gevangenisstraf.

Depressieve stoornis

Tegelijkertijd heeft de rechtbank rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de vrouw. Volgens een psycholoog leidde de vrouw aan een depressieve stoornis, waarbij zij zich wanhopig en somber voelde over de situatie rond haar zoontje. Zij is zwakbegaafd en analfabeet en zij heeft geen vast inkomen, geen werk en problemen met huisvesting. Zij bleek niet in staat de juiste hulp voor haar zoon te organiseren.

Geen reclassering

Het gaat beter met het jongetje, dat onder voogdij is gesteld: hij gaat naar school, spreekt inmiddels Nederlands en is aan het inburgeren. De vrouw verblijft in een wooninstelling. Omdat zij geen Nederlandse verblijfsstatus heeft, kan zijn geen aanspraak maken op zorg, sociale voorzieningen of een uitkering – en ook niet op hulp van de reclassering. De rechtbank kan daarom niet de voorwaarde opleggen dat de vrouw zich onder behandeling van de reclassering moet stellen. Voor verdere hulpverlening en inbedding in de Nederlandse samenleving moet eerst het oordeel van de vreemdelingenrechter worden afgewacht.

 

 

Categorie:
Provincie:
Tag(s):