donderdag, 8. september 2016 - 16:55 Update: 08-09-2016 17:29

Rekenkamer kritisch over plannen overheid vernieuwing digitale identificatie

Rekenkamer kritisch over plannen overheid vernieuwing digitale identificatie
Foto: Archief EHF/ foto ter illustratie
Den Haag

De voorbereiding van een nieuw stelsel voor digitale identificatie voldoet nog niet aan een aantal belangrijke voorwaarden.

'Hierdoor kan de Tweede Kamer moeilijk beoordelen of de besluitvorming door het kabinet over vernieuwing van het huidige DigiD op orde is', dit concludeert de Algemene Rekenkamer na bestudering van de plannen van het kabinet.

'Er bestaan nog onduidelijkheden over de inrichting van het nieuwe stelsel en over de kosten daarvan. De aanvullende informatie die de minister van BZK op 25 augustus jl. naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, neemt de gesignaleerde onduidelijkheden slechts ten dele weg', aldus de Rekenkamer. 

President Arno Visser van de Algemene Rekenkamer: 'De vernieuwing waar het kabinet naar streeft is van vitaal belang. Daarom hebben wij onderzocht of vooraf goed in kaart gebracht is hoe dat kan en moet, inhoudelijk en financieel. Dat is des te belangrijker, omdat de overheid niet alleen op dit terrein digitaliseert. Een versterking van en verdere uitbouw van de digitale infrastructuur voor de gehele overheid verdient de komende jaren de volle aandacht.' 

eID

Het nieuwe stelsel voor elektronische identiteit (eID ) is nodig, omdat de bestaande middelen voor het digitaal aantonen van de identiteit, zoals DigiD, te kwetsbaar zijn. Daarom streeft het kabinet naar een stelsel met meer identificatiemiddelen dat ook een hoog niveau van veiligheid garandeert. 

Het eID-stelsel moet burgers en bedrijven in staat stellen (overheids)diensten veilig digitaal af te nemen. Digitaal identificeren speelt bijvoorbeeld bij het aanvragen van toeslagen of subsidies, bij het doen van belastingaangifte of bij het inloggen bij zorgverzekeraars. 

Op wezenlijke onderdelen moeten voor dit nieuwe stelsel nog besluiten worden genomen, bijvoorbeeld over de eisen waaraan nieuwe middelen moeten voldoen, over de privacybescherming en het toezicht. Ook schort het aan een zakelijke onderbouwing, waardoor niet duidelijk is wat de totale kosten zullen zijn (voor 2016 en 2017 heeft de minister € 23 miljoen extra aan ontwikkelingskosten uitgetrokken). 

Hoeveel de digitale identificatiemiddelen de individuele burger gaan kosten is evenmin duidelijk. Een actuele integrale business case en alternatievenafweging ontbreken. De Algemene Rekenkamer schrijft in het onderzoeksrapport Stelsel voor digitale identificatie en authenticatie op 8 september 2016 dat ook een toezichtvisie ontwikkeld moet worden. 

Risico afhankelijkheid van één middel

Uitgangspunt van kabinetsbeleid is dat identificatiemiddelen van/voor de overheid betrouwbaar moeten zijn en altijd beschikbaar. Dat is met het bestaande DigiD een risico in geval van technische problemen of als het systeem gehackt zou worden. Om toegang tot overheidsdiensten te krijgen wordt DigiD steeds vaker gebruikt: vorig jaar al 200 miljoen keer, en dat aantal loopt naar verwachting snel op. 

Inmiddels is proefgedraaid met diverse middelen, waaronder private middelen van bijvoorbeeld banken. Het is echter niet helder of het de bedoeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is dat elke burger uiteindelijk over meerdere middelen beschikt. 

Categorie:
Provincie: