dinsdag, 21. maart 2017 - 15:29 Update: 21-03-2017 15:43

Tuchtcollege geeft longarts waarschuwing na overlijden hockeyer (21)

Tuchtcollege geeft longarts waarschuwing na overlijden hockeyer (21)
Foto: Archief EHF/ foto ter illustratie
Amsterdam

De longarts, waartegen door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) een klacht is ingediend, heeft van het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam een waarschuwing gekregen, na het overlijden van een oud-tophockeyer (21). Dit heeft het tuchtcollege dinsdag bekendgemaakt.

Het tuchtcollege verklaart de klacht van de IGZ tegen een longarts deels gegrond. 'Hij is als supervisor van de arts-assistent tekortgeschoten door de jonge patiënt niet zelf te zien', aldus het tuchtcollege.

Eerste hulp

Tegen de middag van 3 november 2014 meldde de jongeman, toen 21 jaar oud, zich met zijn moeder op de eerste hulp van het ziekenhuis op de locatie Blaricum. Hij voelde zich heel ziek, was benauwd en had pijn aan schouders en armen. Hij voelde zich al enige tijd niet lekker. Hij was tophockeyer geweest en rond zijn 18e gestopt. 

'Niet-pluisgevoel'

Daarna was sprake van gewichtsverlies. De verpleegkundige vond de situatie van de jongeman zorgwekkend. Er was een niet-pluisgevoel. Hij is snel gezien door de dienstdoende arts-assistent, die aan een klaplong dacht. De arts-assistent was toen vier maanden als arts werkzaam. Na onderzoek van bloed, hart en longen heeft deze overleg gevoerd met de internist en de longarts. 

Bij een tweede longfoto bleek er geen sprake van een klaplong. Laboratoriumonderzoek wees uit dat er iets niet goed was met de jongeman. Daarom is na gezamenlijk overleg besloten tot opname in het ziekenhuis, waarna de volgende dag verdere onderzoeken zouden plaatsvinden. De jongeman is ’s nachts overleden.

Reden klachten

De IGZ heeft een klacht ingediend omdat de longarts zou zijn tekortgeschoten in de zorg voor de jongeman. De longarts zou onvoldoende adequaat beleid hebben bepaald en had de jongeman zelf moeten beoordelen, gelet op de toestand waarop de jongen op de eerste hulp verkeerde. Ook zou de longarts als hoofdbehandelaar onvoldoende verantwoordelijkheid hebben genomen en gebrekkig regie hebben gevoerd in de zorgverlening.

Arts niet alleen verantwoordelijk

Hoewel de longarts in zijn supervisie is tekortgeschoten, gaat het te ver om uitsluitend verweerder, als longarts, verantwoordelijk te houden voor het ontbreken van goede zorg. Daarom volstaat het college met het opleggen van de maatregel van waarschuwing.