woensdag, 12. april 2017 - 8:03 Update: 12-04-2017 8:10

Nederlanders ervaren spanningen in de samenleving

Nederlanders ervaren spanningen in de samenleving
Foto: Archief EHF
Den Haag

Acht op de tien Nederlanders vinden dat er (heel) veel spanningen in de samenleving zijn tussen bevolkingsgroepen, zoals tussen mensen met en zonder migratieachtergrond of tussen mensen van verschillende religies. Minder dan de helft van hen ervaart die spanningen ook zelf in hun directe omgeving. Dat meldt het CBS op basis van het onderzoek Belevingen 2016.

Ongeveer twee derde van de volwassenen in Nederland was in 2016 van mening dat er veel tot heel veel spanningen bestaan tussen personen zonder en met een migratieachtergrond, of tussen religieuze groepen. Op andere vlakken is dat minder. Zo geven vier op de tien aan dat ze tegenstellingen zien tussen arm en rijk, een kwart ziet spanningen tussen laag- en hoogopgeleiden en minder dan twee op de tien zien spanningen tussen jongeren en ouderen.

Spanningen vaak niet zelf in directe omgeving ervaren

Terwijl 82 procent van de bevolking (heel) veel spanningen tussen groepen in de samenleving waarneemt, heeft minder dan de helft (46 procent) er zelf geen ervaring mee in hun eigen directe omgeving. Van degenen die zeiden dat er (heel) veel spanningen zijn tussen mensen met en zonder migratieachtergrond, had maar een kwart die spanningen zelf ervaren. Bij de spanning tussen religieuze groepen was dat 22 procent, en bij de andere tegenstellingen lag dat tussen 10 en 15 procent.

Vooral vrouwen rapporteren spanningen

Vooral vrouwen, jongeren, en middelbaaropgeleiden zijn van mening dat er spanningen zijn in de samenleving. Zij ervaren ze zelf ook vaker in hun directe omgeving. Mensen zonder migratieachtergrond rapporteren vaker dat er spanningen zijn in de samenleving, maar het zijn degenen met een niet-westerse achtergrond die spanningen in hun directe omgeving ervaren. In de grote steden ervaart 32 procent van de ondervraagden spanningen tussen mensen met en zonder migratieachtergrond, in de niet-stedelijke gebieden is dat 20 procent.