"Dat zien we dan wel weer", vertelt de 68-jarige Oostzaner in een uitgebreid interview in De Telegraaf. De voormalige vleugelspits van DWS, Club Brugge en RSC Anderlecht had in 1978 tijdens het WK uit kunnen groeien tot mondiale held. Maar in de extra tijd van de finale tegen Argentinië eindigde de inzet van 'Het Slangenmens', zoals zijn bijnaam luidde, op de paal.
Waar diverse spelers uit de WK-ploeg daarna hun status verzilverde via trainerschappen, bestuursfuncties of media-optredens bleef Rensenbrink op de achtergrond. In de wakkere ochtendkrant wordt hij ook geconfronteerd met de situatie bij Ajax. En dat met name de rol van Johan Cruijff, die ook een strijd levert tegen een vreselijke ziekt.
Op hun flikker
"Ik vraag me af waarom hij zich zo druk maakt. En waar hij eigenlijk zin in heeft, terwijl hij in Barcelona woont. Johan gaf destijds bij Oranje al spelers op hun flikker. Maar mij niet. Hij vond mij wel een aardige voetballer, geloof ik. Tegen mij zei hij nooit wat."
Rensenbrink heeft persoonlijk geen behoefte meer om Ajax te volgen. "Ik lees het niet eens meer. Al die gasten zijn fantastische voetballers geweest. Ik snap het niet. Je kunt jeugdspelers wel begeleiden, maar het moet toch uit die jongetjes zélf komen. Ik snap er geen bal van. Iedereen doet zo ingewikkeld over voetbal. Terwijl het niks anders is dan elf tegen elf. Je moet gewoon doen wat in je opkomt."