woensdag, 22. juni 2016 - 13:32 Update: 22-06-2016 14:06

Ontwikkelen empathie bij dader én slachtoffer tegen pesten

Ontwikkelen empathie bij dader én slachtoffer tegen pesten
Foto: Archief EHF
Nijmegen

Als kinderen elkaar pesten dan voelen zij wel degelijk empathie voor anderen, maar niet voor iedereen evenveel – en dat geldt evenzeer voor kinderen die gepest worden. Dit meldt de Radboud Universiteit woensdag.

Dat concludeert ontwikkelingspsychologe Tirza van Noorden in haar proefschrift ‘Mechanisms in bullying and victimization’. Zij promoveert vrijdag 24 juni aan de Radboud Universiteit met NWO-financiering uit het programma Jeugd en gezin.

Pesten is een gecompliceerd sociaal verschijnsel. Hoewel empathie een belangrijke factor is in pestgedrag, was de precieze relatie onduidelijk. Er was tot nu toe slechts fragmentarisch onderzoek naar gedaan. 

Tirza van Noorden: ‘Onze literatuurstudie laat zien dat de relatie tussen pesten en empathie afhankelijk is van de verschillende componenten waaruit empathie bestaat: een cognitieve en een emotionele component. Daar houden niet alle interventies rekening mee.’

Nieuw aan de benaderwijze van Tirza van Noorden is het feit dat kinderen onderscheid maken tussen personen op basis van hun eigen betrokkenheid bij pestgedrag alsook de betrokkenheid van de ander. ‘Inlevingsvermogen voel je voor de ander en hangt af van jouw betrokkenheid bij die ander. 

De mate van empathie wordt dus sterk bepaald door wie degene is op wie de empathie is gericht. Bijvoorbeeld, hoe voelt een ‘pester’ specifiek met een slachtoffer mee? Dáár was nooit eerder onderzoek naar gedaan.’

Empathie versus perceptie 

Van Noorden legde vragenlijsten voor aan ruim 800 kinderen uit groep 5, 6 en 7 van de basisschool. Ze bracht onder andere in kaart wie pestten en wie gepest werden. Vervolgens selecteerde ze uit elke klas acht kinderen die hoog of juist laag scoorden op ‘pesten’ of ‘gepest worden’ of beide. Van deze kinderen onderzocht ze de empathie en perceptie ten opzichte van elkaar.

‘Al snel werd duidelijk dat kinderen die pesten, wel degelijk in staat zijn empathie te ervaren, maar niet jegens iedereen in de klas evenveel. Ze maken onderscheid tussen hun klasgenoten – net als kinderen die gepest worden. 

Zo bleek dat pesters en pestobjecten minder empathie hebben voor elkáár dan voor buitenstaanders. Maar op hun beurt maken buitenstaanders geen onderscheid in hun empathie jegens een van beide roldragers.’

Anti-pestprogramma's

Juist die wisselwerking tussen de pestrol van het kind zelf en die van de ander is heel belangrijk in de associatie tussen pesten en empathie, concludeert Van Noorden. ‘Daar zouden anti-pestprogramma’s concreter op kunnen inhaken. Je zou dus niet alleen bij ‘pesters’ empathie kunnen trainen, maar ook bij slachtoffers en dan specifiek ten opzichte van elkaar.

Categorie:
Provincie: