maandag, 12. september 2005 - 15:54

'Wie de schoen past'

Amsterdam

Nadat de lobby van de Zuid-Europese textielproducenten ervoor zorgde dat de Europese Commissie een onwerkbare quotumregeling voor kleding in werking stelde, dreigen nu ingrijpende handelsbeperkingen voor de import van schoenen. De verouderde Zuid-Europese industrie probeert met man en macht de invoer vanuit het Verre Oosten opnieuw aan banden te leggen. Zij heeft de Europese Commissie verzocht om opnieuw antidumping heffingen in te stellen voor schoenen uit China. Wederom een onacceptabele beperking van de vrije handel, aldus FAIR (internationale belangenbehartiger van schoenenimporteurs en retailers) en verladersorganisatie EVO. De maatregelen kunnen al in november 2005 van kracht worden.

Mocht de Europese Commissie overgaan tot deze maatregelen, dan heeft dit direct gevolgen voor de consument in de vorm van hogere prijzen en geringer aanbod.

De Europese Commissie is diverse malen, zowel schriftelijk als tijdens een hoorzitting, verzocht het onderzoek zorgvuldig uit te voeren, om zo onnodige economische schade bij bedrijfsleven en consument te voorkomen. Toch lijkt de Europese Commissie de termijn van negen maanden die nodig is voor deugdelijk onderzoek te willen bekorten.

Antidumpingheffingen zijn een vorm van belasting in de vorm van extra invoerrechten die in dit geval Europese importeurs moeten betalen, met als doel de markt van invoer te beschermen. De heffingen zouden in eerste instantie gelden voor werkschoenen uit China en India en leren schoenen uit China en Vietnam.

Net als bij de textielcrisis kunnen de Europese importeurs zich op geen enkele wijze voorbereiden. De collecties, die al verkocht zijn aan de Europese detaillisten, zijn momenteel volop in productie. Op maatregelen die sneller ingaan dan acht maanden na bekendmaking kan de importeur niet meer reageren en/of bijstellen. Ook juridisch heeft de importeur een afnameverplichting en ook een afleververplichting waar hij niet meer onderuit kan.

Dergelijke beperkingen met als basis oneerlijke concurrentie zijn volgens FAIR en EVO ongegrond. Schoenen gemaakt in Italië zijn niet te vergelijken met schoenen uit China. Een schoen gemaakt in Italië kost al gauw meer dan 100 euro in de winkel, terwijl een schoen vanuit China niet meer mag kosten dan hooguit 50 euro. Het gaat hier dan ook om schoenen bestemd voor twee totaal verschillende doelgroepen, waardoor van een daadwerkelijke bedreiging van de (Zuid-)Europese industrie geen sprake is.
Categorie:
Tag(s):