vrijdag, 13. januari 2006 - 8:45

Nederland moet een echt open economie worden

Den Haag

In Nederland moet nog heel wat werk worden verzet om een echt open economie – een economie met markten waarop outsiders ook echte kansen krijgen om de gevestigde posities te beconcurreren – tot stand te brengen. De openheid van markten in Nederland laat nog veel te wensen over; er zijn nog te veel toetredingsbelemmeringen. Het creëren van een open economie is een noodzakelijk onderdeel van een bredere hervormingsagenda die zich richt op versterking van de economische groei. Dat schrijft secretaris-generaal van Economische Zaken Jan Willem Oosterwijk vandaag in zijn traditionele nieuwjaarsartikel in het blad Economisch Statistische Berichten (ESB).

Om de veerkracht van de Nederlandse economie te vergroten moet er volgens Oosterwijk de komende jaren een aantal maatregelen worden genomen. Allereerst de invoering van de dienstenrichtlijn in de Europese Unie. Het vrije verkeer van personen en diensten biedt de mogelijkheid om de achterblijvende productiviteitsgroei in deze sector te vergroten.

Voor wat betreft het versterken van de economische dynamiek op de nationale productmarkten heeft het kabinet inmiddels vorderingen geboekt. Maar de marktordeningsagenda van het kabinet bevat nog twee grote uitdagingen. In de eerste plaats het terugdringen van de hoge administratieve lasten en de regeldruk voor ondernemers. Oosterwijk acht het wegnemen van deze belemmeringen zo belangrijk voor ondernemers dat nog dit jaar resultaten zullen moeten worden geboekt. Op de langere termijn – onder een volgend kabinet – gaat het verder om het vergroten van de mogelijkheden voor nieuw initiatief in semi-publieke sectoren.

Oosterwijk noemt in dit verband het hoger onderwijs en de woningmarkt. De belangrijke experimenten in het hoger onderwijs met collegegelddifferentiatie en selectie aan de poort vormen een belangrijke eerste stap. Oosterwijk pleit er voor om het hoger onderwijs verder te “openen� door nieuwe instellingen sneller in aanmerking te laten komen voor accreditatie en bekostiging. Op de woningmarkt is volgens Oosterwijk in de afgelopen decennia met de beste bedoelingen veel beleid op elkaar gestapeld.

Deze stapeling van aanbodbeperkingen, huurprijsregulering en vraagondersteuning werkt zeer verstorend en maakt het beleid bovendien inefficiënt. Het kabinet heeft met de huurliberalisering een belangrijke eerste stap gezet naar het “openen� van de woningmarkt. Op langere termijn moet ook de aanbodbeperkingen worden heroverwogen en de vraagstimulering geleidelijk worden afgebouwd.
Als derde noemt Oosterwijk de hervorming van de arbeidsmarkt. Uitgangspunt moet zijn dat het wisselen van baan en normaal verschijnsel is in een dynamische economie. Alle inspanningen moeten gericht zijn op het voorkomen van langdurige werkloosheid. Voor het ontslagrecht betekent dit dat wellicht kan worden volstaan met bepalingen waarmee goed werkgeverschap wordt geregeld. Voor wat betreft de WW vindt hij het interessant om de mogelijkheden van premiedifferentiatie te onderzoeken.

Oosterwijk beveelt verder aan dat toegewerkt moet worden naar een structureel overschot op de begroting. Dat is nodig in verband met de vergrijzing. Ook is het volgens hem goed om de werking van de automatische stabilisatoren niet langer te beperken tot de inkomstenkant van de overheidsbegroting. Daardoor ontstaat een begrotingspositie die aan de inkomsten- en uitgavenkant kan meeademen met de conjunctuur, zonder dat daarbij tegen de grenzen van het Stabiliteits- en Groeipact aangelopen wordt.

Het is niet zo eenvoudig om naar een echt open economie toe te werken. De baten van een open economie – meer welvaart en werkgelegenheid - zijn immers pas op de lange termijn merkbaar. Op korte termijn dreigen de insiders vooral hun bevoorrechte positie te verliezen. Omdat ze vaak goed georganiseerd zijn, kunnen ze heel goed een effectieve lobby opzetten. Visie en doorzettingsvermogen zijn dan ook nodig om de noodzakelijke veranderingen tot stand te brengen. Er moet goed worden nagedacht over hoe de overgang naar een echt open economie moet geschieden, waarbij insiders de tijd krijgen om zich aan te passen aan de veranderingen.
Categorie:
Tag(s):