woensdag, 6. september 2006 - 9:01

Sterke MRI-scanner onderzoekt konijn

Maastricht

De Universiteit Maastricht beschikt als eerste universiteit in Nederland over een hoogveld MRI-scanner die stoffen in, bijvoorbeeld, een levend konijn met hoge resolutie in beeld kan brengen. De scanner is het neusje van de zalm en wordt in Maastricht gebruikt voor het ‘molecular imaging’-onderzoek naar plaquevorming in de bloedvaten. Deze zogeheten atherosclerose veroorzaakt onder meer hersen- en hartinfarcten of etalagebenen.

De onderzoekers hopen meer inzicht te krijgen in het ‘gedrag’ van plaques, zodat er op termijn ingegrepen kan worden vóórdat een infarct optreedt. Ook kan dankzij het onderzoek in de toekomst sneller gezien worden of bepaalde therapieën daadwerkelijk aanslaan. De komst van de scanner bewijst opnieuw dat Maastricht het zwaartepunt in Nederland vormt op het gebied van ‘molecular imaging’ ofwel ‘moleculaire beeldvorming’ van hart- en vaatziekten.

De 7Tesla MRI-scanner ziet eruit als een gewone MRI-scanner (Magnetic Resonance Imaging), maar heeft een kleinere ‘tunnel’, waar alleen dieren in passen. Dieren hebben doorgaans kleinere vaten dan mensen, zodat alleen speciale scanners die in beeld kunnen brengen met behulp van een sterker magnetisch veld. Na een testperiode wordt de nieuwe scanner deze week in gebruik genomen voor het onderzoeksproject ‘Moleculaire beeldvorming van ischemische hartziekten’, waaraan naast de UM ook het academisch ziekenhuis Maastricht, de Technische Universiteit Eindhoven, Organon en Philips meewerken.

Ziekteprocessen kunnen via MRI in beeld gebracht worden door speciale contrastmiddelen in een lichaam te spuiten. Zogenaamde ‘slimme contrastmiddelen’ hechten zich aan juist die moleculen die ziek weefsel kenmerken. Deze contrastmiddelen zijn zeer kostbaar, reden waarom er zo klein mogelijke hoeveelheden worden gebruikt. Hetzelfde onderzoeken bij grote proefdieren in “normale� scanners zou om deze reden onbetaalbaar zijn.

De dieren die voor het onderzoek worden gebruikt (muizen, ratten en konijnen) hebben geen last van de injectie met het contrastmiddel of van het MRI-onderzoek. ‘De richtlijnen voor onderzoek met dieren zijn strenger dan voor onderzoek met mensen’, zegt prof. dr. Jos Smits, hoogleraar Farmacologie aan de UM en projectleider van het onderzoek. ‘Ze worden onder narcose gebracht op dezelfde manier als dat bij mensen gebeurt bij een operatie en merken er nauwelijks iets van.

’Het vaatstelsel van konijnen komt veel meer overeen met dat van de mens dan van bijvoorbeeld muizen. Dat maakt sneller een vertaalslag mogelijk naar het menselijk lichaam. ‘Daar doen we het natuurlijk voor; het verbeteren van de diagnose- en behandeltechnieken voor mensen met hart- en vaatziekten; doodsoorzaak nummer één in Nederland’, aldus Jos Smits.

Tot nu toe werd het MRI-werk voor dit project uitgevoerd aan de TUE, maar die scanner is niet geschikt voor een middelgroot dier als een konijn. De komst van deze gloednieuwe scanner naar Maastricht betekent een enorme impuls voor het onderzoek. De aanschaf is mogelijk gemaakt door de Provincie Limburg en het Ministerie van Economische Zaken, die naast de UM en het azM het grootste deel van de twee miljoen euro betaalden.

Plaque in bloedvaten begint bij iedereen in de Westerse wereld te ontstaan vanaf het tiende levensjaar. Bij de één vormt deze plaque nooit een probleem, terwijl bij anderen de plaque ‘instabiel’ wordt en scheurt, waardoor zich bloedstolsels vormen.

Als zo een bloedvat afgesloten raakt, kan dat bijvoorbeeld een hart- of herseninfarct veroorzaken. De onderzoekers hopen te achterhalen welke moleculen in het lichaam die instabiliteit veroorzaken. Tevens kan een plaque de bloedtoevoer naar een bepaald orgaan beperken. Wanneer iemand echter voldoende nieuwe bloedvaten vormt, is dit geen probleem. ‘Alle processen die zich in het lichaam afspelen, dus ook ziektes, zijn gebaseerd op moleculaire reacties’, zegt Jos Smits.

‘Door in kaart te brengen welke moleculen verantwoordelijk zijn voor een ziekte, kunnen we specifieke contrastmiddelen daarvoor ontwerpen. Ook kunnen medicijnen ontwikkeld worden die zich specifiek op dat molecuul richten. Nog voordat de ziekte zich manifesteert kan zo worden ingegrepen’.

Hoewel de projectgroep zich in deze fase richt op hart- en vaatziekten, is de benadering veel breder inzetbaar. ‘Zo zal het in de toekomst mogelijk zijn veel sneller dan nu het geval is te zien of een bepaalde therapie aanslaat door het gedrag van moleculen te bestuderen. Dat geeft artsen meer tijd om een behandeling te vinden die aanslaat.’

Het onderzoek loopt nog tot eind 2009.
Provincie:
Tag(s):