woensdag, 9. augustus 2006 - 21:32

UMCG ontdekt bepalend gen voor menselijke slimheid

Groningen

Celbiologen van het Universitair Medisch Centrum Groningen en het Hubrecht Laboratorium hebben na ruim zes jaar onderzoek kunnen vaststellen welk gen bepaalt hoe groot de menselijke hersenen worden. Het gen ASB-11 blijkt verantwoordelijk te zijn voor het feit dat zenuwcellen door kunnen blijven delen. Is het gen niet meer aanwezig, dan stoppen de cellen met delen en krijgen zij hun specifieke functie.

‘Doordat bij mensen dit gen actiever is dan bij apen, kan je stellen dat ASB-11 er voor zorgt dat wij slimme mensen zijn met veel hersenen en geen domme apen’, aldus hoogleraar Celbiologie Maikel Peppelenbosch van het UMCG. Over deze bevindingen publiceren de Groninger celbiologen deze week in het gezaghebbende Journal of Cell Biology.

De onderzoekers deden hun ontdekking in een onderzoek naar de embryo’s van zebravissen. Zij gebruikten zebravissen omdat de structuur van het hersenstelsel van zebravissen veel overeenkomsten heeft met dat van de mens. Daardoor staat de zebravis in neurologisch opzicht dicht bij de mens. Om de functie van het gen te ontdekken, verdeelden de onderzoekers de embryo’s in twee groepen. Aan één groep dienden zij vitamine A-zuur toe. Dit zuur zet cellen aan tot specialisatie. Zij vergeleken dit met de onbehandelde groep om na te gaan welke genen de cellen nodig hebben om te blijven delen en welke om te gaan specialiseren.

Uit hun onderzoek bleek dit het gen ASB-11 te zijn. De cellen stoppen met delen en gaan specialiseren als het gen ‘uit’ staat. ASB-11 zorgt er voor dat een cel niet kan specialiseren doordat de cel de signalen hiertoe niet kan verwerken. Op basis van deze uitkomst konden de onderzoekers met dit gen vervolgens ook zebravissen ontwikkelen met vergrote zenuwstelsels.

Uit vorig jaar gepubliceerd onderzoek bleek het gen ASB-11 één van de slechts 50 genen te zijn die het verschil bepalen tussen de mens en een chimpansee. De onderzoekers van het UMCG wisten op dat moment al dat dit gen belangrijk was voor het delen van zenuwcellen. In hun onderzoek konden zij aantonen dat het gen ook de grootte van de hersenen bepaalt.

Volgens Peppelenbosch kan deze uitkomst ook klinische toepassingen hebben. ‘We willen het gen gaan inzetten om te proberen om neurale stamcellen te vermeerderen. Ik hoop dat die methode uiteindelijk van belang kan zijn voor de behandeling van patiënten met de ziekte van Parkinson.’
Provincie:
Tag(s):