woensdag, 28. juni 2006 - 10:43

Wraak op werkplek heeft boemerang-effect

Groningen

Stelen, roddelen, gemene grappen uithalen, opzettelijk langzaam werken: het gedrag dat sommige werknemers vertonen kan bij geen enkele organisatie door de beugel. Volgens Stefan Thau zijn het meestal de werknemers die er graag bij willen horen en aardig gevonden willen worden, die dit normafwijkende gedrag vertonen. Thau: ‘Deze mensen zijn niet per se kwaadwillend, maar nemen wraak als ze zich buitengesloten voelen of vinden dat ze oneerlijk zijn behandeld. Dat geeft hun waarschijnlijk tijdelijk een beter gevoel, maar op de lange termijn kan hun gedrag een boemerang-effect hebben.’ Thau promoveert op dit onderwerp op 10 juli 2006 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Ze willen niet afwijken van de norm en hebben niet de bedoeling hun werkgever of collega’s schade toe te brengen. Workplace deviance oftewel afwijkend gedrag op de werkplek is een fenomeen dat zich niet op grote schaal voordoet. Toch komt het in de meeste bedrijven wel sporadisch voor, blijkt uit het onderzoek van Stefan Thau.

Thau baseert zijn onderzoek onder meer op de beoordelingen van leidinggevenden en collega’s bij verschillende bedrijven en organisaties in Amerika, Nederland en Duitsland. Thau: ‘Bij workplace deviance kun je aan allerlei gedragsvormen denken. Het voor de gek houden van collega’s, gemene grappen uithalen, roddelen, kwetsende opmerkingen maken over iemands etniciteit of geloof, bedrijfseigendommen stelen of opzettelijk langzaam werken. Hoewel deze gedragingen meestal niet van ernstige aard zijn, kunnen ze toch grote materiële- of psychologische schade toebrengen aan het bedrijf en de mensen die er werken.’

Volgens verschillende theorieën is het gedrag van mensen altijd al gericht op het eigenbelang: je doet alleen iets als je er zelf baat bij hebt. Dat zou ook moeten gelden voor het afwijkend gedrag op de werkplek. Thau laat zien dat mensen, die graag bij een groep willen horen, eerder afwijkend gedrag vertonen dan anderen. ‘Bij de groep willen horen, aardig gevonden willen worden zijn voorbeelden van de doelen die deze werknemers kunnen nastreven. Iemand voor wie deze doelen heel erg belangrijk zijn en denkt dat een collega of een leidinggevende hem verhindert zo’n doel te bereiken, kan afwijkend gedrag gaan vertonen. Hij kan bijvoorbeeld wraak nemen door vervelende roddels over een collega te verspreiden, of door zijn werk te saboteren.

Mensen die veel op de werkvloer waarde hechten aan interpersoonlijke relaties zijn daar eerder toe geneigd dan mensen die een goede relatie met collega’s minder belangrijk vinden. Het trieste is wel, vind ik, dat deze mensen hun zelfvertrouwen op de korte termijn vergroten door wraak te nemen, maar dat ze er op de lange termijn niets aan hebben. Dit gedrag werkt namelijk als een boemerang: eerst geeft het hun een goed gevoel, maar al snel merken ze dat ze door dit gedrag nog veel meer buiten de groep vallen dan eerst.’

Een andere reden om dit soort gedrag te vertonen is het gevoel oneerlijk behandeld te zijn. Thau: ‘Dan richt het gedrag zich vooral op de leidinggevende. Een manager die mis-prijzende opmerkingen over een werknemer maakt of zijn ideeën in twijfel trekt, schaadt het zelfvertrouwen van deze werknemer. Als die toch al een laag zelfbeeld heeft en gevoelig is voor interpersoonlijke relaties, kan het zo zijn dat hij zijn manager terug wil pakken. Dat gebeurt niet zo rechtstreeks als bij collega’s, omdat een baas natuurlijk meer macht heeft. Je ziet dan vaak dat mensen opzettelijk langzaam gaan werken, zich onnodig ziek melden of bedrijfsmiddelen stelen. Mensen hebben dan het gevoel dat ze wraak hebben genomen. Toch werkt ook dit gedrag averechts: hun positie binnen het bedrijf en de verstandhouding met de manager worden er zo niet beter op.’
Categorie:
Tag(s):