vrijdag, 2. maart 2007 - 16:15

Discriminatie van kleine partijen

Groningen

De Partij voor het Noorden (PvhN) nam in 2004 deel aan de Europese verkiezingen. ‘Naar een Europa van de regio’s’ was toen haar leuze. Bij de start van de toenmalige verkiezingscampagne stuitten de PvhN op discriminatoir gedrag van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Alleen de zittende partijen werden uitgenodigd zich te presenteren voor de verzamelde pers op een door BZ belegde ‘startbijeenkomst’ voor de campagne voor die verkiezingen.

Maar ook stuitte de PvhN op een niet acceptabele wijze van werken van het Insituut voor Publiek en Politiek, die in die periode het instrument Stemwijzer verder met succes aan het uitbouwen was. Binnenlandse Zaken subsidieerde die innovatie nadrukkelijk en zat ook in een begeleidingscommissie daarvan. De stemwijzer was toen zo ingericht dat, net als de opstelling van BZ bij de start van die campagne , alleen zittende partijen waren opgenomen.

De Partij voor het Noorden stond niet alleen. Samen met Democratisch Europa, Leefbaar Europa, Nieuw Rechts, de Partij voor de Dieren en Respect Nu, werd uiteindelijk een klacht bij de ombudsman neergelegd.
Nu, drie jaar na datum, ligt er de uitspraak van de Ombudsman.

Deze concludeert dat “er sprake is van schending door Binnenlandse Zaken van het gelijkheidsbeginsel�. En inderdaad, behoudens het niet toestaan van de 90-seconden-partij-presentaties, ging het ons om dat principieel onacceptabele gedrag van het discrimineren van nieuwe deelnemers verkiezingen.
Provincie:
Tag(s):