Het belang van een goede fraudebestrijding neemt niet weg dat controle met behulp van bestandskoppelingen alleen toegestaan is op grond van een deugdelijke risicoanalyse. Een dergelijk onderzoek dient zich te beperken tot groepen waarvoor een grondige risicoanalyse aannemelijk heeft gemaakt dat er een verhoogd risico op fraude is. Burgers zijn niet al verdacht door het simpele feit dat zij een uitkering ontvangen.
Bovendien dienen zij goed en doorgaans persoonlijk geïnformeerd te worden over dergelijke onderzoeken en koppelingen. De overheid kan voor het eigen handelen niet het uitgangspunt ‘wat niet weet wat niet deert’ hanteren.
Bestandskoppelingen in het kader van fraudebestrijding dienen aan deze norm te voldoen. Het CBP zal toezien op de naleving ervan en aan normoverschrijding gevolgen verbinden.