maandag, 30. juli 2007 - 12:25

Is de evolutie te stoppen?

Maastricht

Sinds Al Gore het veranderende klimaat op de kaart zette met zijn film ‘An inconvenient truth’ is het klimaat “hot�. Duurzaamheid is verworden tot hype, waarbij “duurzaam� op het gebied van biodiversiteit op dit moment vooral staat voor het conserveren van ecosystemen en diersoorten die nog bestaan.

Maar zal dat over vijftig jaar nog steeds zo zijn? Of hebben we ons er dan bij neergelegd dat het klimaat nu eenmaal verandert en je de evolutie niet kunt stoppen? Deze en andere vragen hoopt Carijn Beumer over een paar jaar te kunnen beantwoorden.

‘Duurzaamheid wordt op dit moment economisch enorm uitgebuit’, zegt Carijn Beumer, junior-onderzoeker bij ICIS (International Centre for Integrated assessment and Sustainable development). ‘Je kunt duurzaam beleggen, duurzame energie inkopen en duurzame wasmachines kopen en ga zo maar door. Op zich is dat prima, het zet mensen aan het denken. Maar het gevaar bestaat natuurlijk dat ze door de bomen het bos niet meer zien. Zeker als bijvoorbeeld over spaarlampen tegenstrijdige berichten in de media verschijnen.’

Het is dan ook belangrijk dat beleidsmakers weten waar ze mee bezig zijn en doordacht beleid uitstippelen voor de toekomst. En precies voor die doelgroep hoopt Carijn Beumer toekomstscenario’s te gaan schrijven in het kader van haar promotieonderzoek, waarvoor ze momenteel een voorstel schrijft. Globalisering en klimaatverandering gaan een flink stempel drukken op onze nabije toekomst, is de verwachting. Maar wat voor stempel?

‘Als de wereld verandert, ga je dan door op de manier die de problemen heeft gecreëerd? Welke cultureel-wetenschappelijke stromingen zullen de komende vijftig jaar dominant zijn en welke keuzes vloeien daaruit voort met betrekking tot het klimaat? Hoe gaan we straks om met de bescherming van biodiversiteit? Op dit moment zie je een enorme behoudzucht: we moeten vooral niet kwijt raken wat er nu bestaat. Ik ben geïnteresseerd in het gedachtegoed dat aan de basis van dergelijke attitudes staat en of het kan veranderen in de toekomst. Daarbij wil ik mensen graag inspireren om ‘out of the box’ te denken, buiten geijkte kaders. Misschien hebben we over vijftig jaar geaccepteerd dat je de evolutie niet kunt stoppen en dat de wereld nu eenmaal verandert.’
Scenario’s zijn geen glazen bollen waarmee je de toekomst kunt voorspellen, benadrukt Beumer. ‘Het voornaamste dat je kunt doen, is verleden en heden in ogenschouw nemen, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van de conservatiepraktijk te bestuderen.

Literatuuronderzoek, interviews en observatie in het veld leveren een beeld op van de heersende veronderstellingen achter de praktijk van de bescherming van biodiversiteit. Met die gegevens kun je hooguit inschatten hoe de wereld er over vijftig jaar uitziet als we op de huidige voet doorgaan, of wat er gebeurt als de trend van ‘verduurzaming’ door zou zetten.’ Scenario’s bieden dan ook geen kant en klaar plan voor hoe in de toekomst te werk te gaan. Eerder bieden ze overheden en instituties inspiratie, bewustwording en handvaten om op toekomstige ontwikkelingen te kunnen anticiperen. Beumer: ‘Als wetenschapper is het, gezien de onzekerheden die in de toekomst liggen, goed om je verbeelding te gebruiken bij het schetsen van toekomstbeelden. Je moet als een soort van ‘sciencefictionauteur’ te werk durven gaan, binnen bepaalde grenzen. Om overheden van concreet advies te kunnen voorzien is het natuurlijk belangrijk dat je niet met onzin aan komt zetten’, lacht ze.
Haar achtergrond ligt in de cultuurwetenschappen, zo moge duidelijk zijn, en haar onderzoek zal zich deels richten op de ontwikkeling van stromingen in denken.

Romantiek, verlichting, postmodernisme. ‘Ik wil onderzoeken welke stroming het beste past bij een duurzame toekomst. Welke denkvorm heeft de meeste kans zich de komende vijftig jaar te ontwikkelen? Wat voor beleid, idealen en methoden voor een duurzame toekomst passen daarbij? Momenteel zitten we in een postmoderne tijd, waarin alle gedachtegoed naast elkaar kan bestaan. Ik hou wel van dat pluralisme; het is een ontzettend interessante tijd. Iedereen kan zijn eigen leven vormgeven, die individualiteit vind ik mooi. Als het althans niet doorschiet naar het hedonisme en relativisme, waarbij iedereen in z’n eigen wereld leeft en de zin niet ziet van gezamenlijke oplossingen voor problemen. In dit pluralisme liggen ook kansen voor de toekomst. Het is een kunst om al die verschillende ideeën en belangen te integreren tot werkbaar beleid. Ik denk dat samenwerking op wereldniveau de grootste uitdaging van de komende eeuw is.’

Beumer noemt zichzelf een ‘bewuste idealist’, die haar idealen als een drijvende kracht ervaart, zonder de realiteit uit het oog te verliezen. Een dieren-gerelateerd project in het buitenland stond al jaren op haar verlanglijstje. In december is het zover. Ze gaat een aantal weken naar Namibië om de handen uit de mouwen te steken voor een project rond woestijnolifanten. Ze had de reis al gepland voordat ze bij ICIS werd aangenomen en nu verenigt ze het aangename met het nuttige.
‘Deze dieren lopen daar al eeuwen dezelfde migratieroutes, op zoek naar water. Mensen hebben zich vaak gesetteld rond dezelfde waterbronnen, wat nogal eens voor problemen zorgt. Het project brengt de migratieroutes in kaart en slaat waterputten buiten de dorpen, zodat mens en dier beter naast elkaar kunnen leven. Ik zie het als een verkennend uitstapje, waarbij ik mijn wetenschappelijke blik zeker meeneem.’ Zo hoopt ze gesprekken met de lokale bevolking en met de plaatselijke onderzoekers te kunnen hebben over dierenbescherming, specifiek die van woestijnolifanten.. Ze kan niet wachten om de conservatiewetenschap in actie te beleven.

Voor veldonderzoek zal ze zich op termijn moeten beperken tot een bepaald gebied (ecosysteem) of een diersoort, beseft ze. Waarschijnlijk gaat ze voor de bestudering van ecosystemen, waarbij het grote geheel centraal staat. ‘Dat vind ik zinniger. Je kunt bijvoorbeeld wel de panda in reservaten conserveren, zodat deze niet uitsterft. Maar als, tegen de tijd dat hij weer in de natuur kan worden uitgezet, alle bamboe is verdwenen, sla je de plank alsnog mis. Het is het evenwicht dat me boeit.’

Drs. Carijn Beumer is als docent en junior-onderzoeker verbonden aan ICIS, International Centre for Integrated assessment and Sustainable development. Ze hoopt begin 2008 een onderzoeksvoorstel in te dienen bij de NWO voor haar promotie-onderzoek. Tijdens haar reis naar Namibië gaat ze een reis-weblog bijhouden op
Provincie:
Tag(s):