Niet dat de fietsenmaker bang is voor concurrentie, maar wel voor het gevaar dat deze kinderfietsen met zich meebreng in het dagelijkse verkeer van en naar school.
Voor nog geen honderd euro kun je tegenwoordig al een fiets kopen. Vooral de kindermountainbike vindt gretig aftrek. Dit komt omdat het rijwiel er gelikt uitziet met 'vette' achter- en voorbanden, achttien versnellingen en dan ook nog eens voor- en achtervering.
Wat kopers vaak niet in de gaten hebben, is dat deze fietsen in ons Nederlandse klimaat ernstig hard achteruitgaan, laat staan dat de fietsen in veel gevallen niet voldoen niet aan de wettelijke eisen.
De fietsersbond en de vakbranche voor rijwielhandelaren (fietsenmakers)maken zich zorgen om ’de fiets die al in de folder roest’.
Een fietsenmaker in Uithoorn komt dagelijks de ‘rampgevallen’ in zijn winkel tegen, omdat de verkopers vaak geen reparatieafdeling hebben. ‘Wanneer je het repareert, komen klanten vaak een week later weer terug met de volgende klacht’.
Daarnaast zijn onderdelen, van de veelal Oost-Europese gefabriceerde fietsen, niet te bestellen en moet de fietsenmaker teruggrijpen naar merk- en kwaliteitsonderdelen. Deze onderdelen en de reparatiekosten (gemiddeld drie maal per jaar) komen vaak duurder uit dan de fiets heeft gekost.
Maar ook Kees Bakker van de Nederlandse fietsersbond raad consumenten af zo’n fiets aan te schaffen. ‘Beter is om een merkfiets aan te schaffen, dan weet je tenminste zeker dat het schakelt en remt’.
Bij de politie Amsterdam-Amstelland zijn geen cijfers voorhanden als het gaat om ongevallen waarbij materiaal zoals remmen het laat afweten. Wel houdt de politie regelmatig controles bij scholen waar men kritisch kijkt naar de technische staat van een fiets.
