donderdag, 20. november 2008 - 16:18

Olympische 1000 meter schaatsen moet twee keer

Groningen

De winnaar van de Olympische 1000 meter in Vancouver in 2009 zal vrijwel zeker niet de juistezijn als de afstand slechts éénmaal wordt verreden. Econometristen van de Rijksuniversiteit Groningen hebben vastgesteld dat er statistisch gezien een significant verschil bestaat tussen het rijden van een laatste binnen- en het rijden van een laatste buitenbocht op de 1000 meter. De verdeling van de medailles op de 1000 meter schaatsen wordt voor een zeer belangrijk deel bepaald door de loting. Wie niet de laatste binnenbocht loot, heeft weinig kans om te winnen.

Voor de mannen is dat verschil 0,155 seconden (met een onzekerheid van 0,017 seconden), en voor de vrouwen is het verschil nog groter, namelijk 0,210 seconden (met een onzekerheid van 0,024 seconden). Op grond van deze getallen moeten de ISU en het IOC besluiten de 1000 meter tweemaal te laten schaatsen, aldus de Groningse econometrist prof.dr. Gerard Sierksma.

Voor de start van de 1000 meter wordt voor elk paar door loting vastgesteld wie van de twee in de binnenbaan en wie in de buitenbaan start. Rijders, die starten in de binnenbaan, hebben de laatste binnenbocht, terwijl rijders die starten in de buitenbaan met verzuurde benen via de laatste lange buitenbocht naar de finish moeten.

Nu de schaatstijden steeds dichter bij elkaar zijn komen te liggen en de concurrentie aan de top groter is dan ooit, zijn deze verschillen inmiddels hoogst relevant en actueel. Reden voor de KNSB om uit te zoeken hoe groot precies het voordeel van een laatste binnenbocht is.

De KNSB wil nog voor de Olympische Spelen de 1000 meter problematiek aanhangig maken bij de ISU. De Groningse econometristen zijn van mening dat, als straks de 1000 meter tweemaal wordt verreden, alleen de snelste tijd moet gelden voor de einduitslag.
Categorie:
Tag(s):