Tijdens een surveillance in de buurt van de kerk zagen de agenten bij de kerk de 9-jarige jongen voor de kerkdeur staan. Hij was druk aan het wijzen en het leek alsof hij iemand waarschuwde. Hierop kwam het 7-jarige jongetje naar buiten gerend en vertelde de agenten dat er brand was. Hierop liepen de agenten de kerk binnen en zagen een aantal zakdoekjes, een kunststof bloemstukje en een kerkbeeldje die licht in brand stonden. De agenten doofden het vuurtje waarna ze zagen dat de 7-jarige jongen zwarte handjes had. Beiden werden aangesproken over de oorzaak van het brandje, maar beiden ontkenden iedere betrokkenheid. Uiteindelijk bekende de 7-jarige dat hij het vuurtje had aangestoken.
De ouders van de jongens werden vervolgens op de hoogte gebracht. Mogelijk worden de jongeren doorgestuurd naar Bureau Halt.