donderdag, 14. februari 2008 - 13:40

Rechtbank Rotterdam behandelt terrorismezaak Piranha II

Rotterdam

De rechtbank Rotterdam begint maandag 18 februari 2008 met de behandeling van de strafzaak tegen twee medeverdachten van Samir A. uit de zogenoemde Piranha-zaak.

Het tweetal, het echtpaar Lahbib B. (30) en Hanan S. (26), wordt vervolgd vanwege deelneming aan een terroristische organisatie, de voorbereiding van aanslagen en het bezit van meerdere vuurwapens.

In december 2006 veroordeelde de rechtbank Rotterdam Samir A. en vijf medeverdachten tot gevangenisstraffen van 3 tot 8 jaar. De rechtbank sprak de verdachten destijds vrij van deelneming aan een criminele organisatie. Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld door het Openbaar Ministerie. Deze zaak wordt later dit jaar behandeld door het gerechtshof in Den Haag.

B. en zijn echtgenote S. hebben in de Piranha-zaak belastende verklaringen afgelegd over hun medeverdachten. De rechtbank sprak van ‘een vlucht naar voren� en oordeelde dat beiden hun eigen rol hebben geprobeerd te bagatelliseren. Aan hen was door het Openbaar Ministerie geen enkele toezegging gedaan over hun verdere vervolging. Pas na afloop van het proces is deze beslissing genomen.

In de Piranha-zaak sprak de rechtbank de verdachten vrij van deelneming aan een terroristische organisatie. Volgens de rechtbank waren de verdachten “weliswaar met allerlei zaken bezig geweest� , maar wad de groep te weinig verbonden om aangemerkt te kunne worden alles een terroristische organisatie.

De rechtbank Rotterdam heeft twee weken uitgetrokken voor de behandeling van de zaak Piranha II. De uitspraak in het strafproces wordt in maart verwacht.
Provincie:
Tag(s):