dinsdag, 19. augustus 2008 - 16:22

Rotterdamse haven houdt groei vast

Rotterdam

In de eerste helft van 2008 is in de Rotterdamse haven 213 miljoen ton goederen overgeslagen, 7,7% meer dan in de eerste helft van 2007. De afvoer nam toe met 5,2%, de aanvoer met 8,6%. De overslag van massagoed groeide met 9,3% dubbel zo sterk als die van stukgoederen (4,4%). De overslag van agribulk (+29%), ertsen en schroot (+14%), kolen (+9%), ruwe aardolie (+11%), overig nat massagoed (+18%), roll on/roll off (+3%) en containers (+7%) ontwikkelde zich positief. In aantallen nam de containeroverslag met 4% toe tot 5,4 miljoen TEU (20-voets eenheden). Overig droog massagoed (-8%) en overig stukgoed (-18%) werden minder aangevoerd. De overslag van minerale overig nat massagoed bleef constant.

Hans Smits, president-directeur van het Havenbedrijf Rotterdam: “Het is het beste halfjaarresultaat van de laatste tien jaar, met een tweede kwartaal dat nóg iets beter was dan het eerste. De start van de tweede jaarhelft stemt hoopvol, maar onvermijdelijk gaat ook de haven het effect merken van de wegzakkende economische groei in vooral Azië en in mindere mate West-Europa. Aan de andere kant kan juist een complete haven zoals Rotterdam aan blijven haken bij de landen of sectoren die meer of nog wel groeien. Zo versterken we bijvoorbeeld onze positie in het Baltisch gebied, in biobrandstoffen, in staal. Al met al blijf ik daarom optimistisch en verwacht dat we over het gehele jaar toch een 4% groei overhouden. In overslag; rond 420 miljoen ton.�

Droog massagoed
De totale hoeveelheid droog massagoed nam met 10,5% toe tot 47 mln. ton. De overslag van agribulk (granen, zaden, veevoedergrondstoffen) steeg met ruim een miljoen ton, tot boven het ‘normale’ niveau van 5 mln. ton. Ruim 80% bestond uit import, nodig om de tegenvallende EU-oogsten van 2007 te compenseren.
Er werd 1,2 mln. ton (+9% tot 14 mln.) meer kolen behandeld. De in het eerste kwartaal opgelopen achterstand door congestie in de laadhavens, is geleidelijk ingelopen. De structurele vraag vanuit Duitsland kwam op een hoger niveau door een geplande mijnsluiting in juni. Aardbevingsschade zorgde voor een ongeplande productievermindering van een mijn in het Saarland. Rotterdam kan hiervan in de tweede jaarhelft een graantje meepikken via het spoor.
De overslag van ertsen en schroot steeg met 14% tot ruim 21 mln. ton. De vraag naar erts staat al enige tijd los van de (zeer hoge) prijs en wordt bepaald door de grote vraag naar staal. Om deze reden is ook de vraag naar schroot, hoofdzakelijk vanuit Turkije, hoog. (*)
De overslag van overig droog massagoed (vooral mineralen voor de productie van glas, papier, staal en chemie) liep met 8% behoorlijk terug tot een kleine 6 mln. ton. Hiermee is de constante groei sinds 2002, onderbroken. De belangrijkste oorzaak is echter niet conjunctureel, maar het verlies, door ruimtegebrek, van pakketten kaolien en ‘marble chips’ aan Antwerpen.

Nat massagoed
Het totaal aan nat massagoed nam toe met 9% tot 99 mln. ton. De aanvoer van ruwe olie steeg 11% tot 51 mln. ton, ten opzichte van het corresponderende semester vorig jaar. De vraag naar olieproducten is groot en de raffinagemarges zijn goed. Deze fundamentele factoren houden de vraag op een hoog niveau van rond 50 mln. ton (*)
De overslag van olieproducten bleef na een lange periode van uitbundige groei op een constant niveau van bijna 30 miljoen ton. Er werd iets minder stookolie behandeld. Van de andere producten viel alleen kerosine op door een stevige stijging met 25%. Voor de tweede jaarhelft wordt een lichte toename van de overslag van olieproducten verwacht.
Het overig nat massagoed klom 18% tot ruim18 mln. ton. Aan- en afvoer droegen in ongeveer gelijke mate hieraan bij. In deze categorie vallen honderden basischemicaliën en enkele tientallen plantaardige en dierlijke oliën, vetten en vruchtensappen, maar ook biobrandstoffen. Biodiesel en bio-ethanol, waarvan de doorzet vrijwel verdubbelde in de eerste 6 maanden, alsmede plantaardige oliën zijn ook de rest van het jaar dé groeiproducten. Voor het totale segment ‘overig nat’ zal de groei circa 15% bedragen.

Stukgoed
De stukgoedsector kende een redelijk eerste halfjaar met een toename van 2,8 mln. ton (+4%) tot 67 mln. ton. Zowel de aan- als afvoer van containers steeg met 7%. In gewicht groeide de overslag met 7% tot 55 mln. ton, in aantallen met 4% tot 5,4 mln. TEU (+195.000). De verhouding tonnen/aantal geeft aan dat het aantal lege containers is teruggelopen (-6%). De maatregelen die de grotere terminals namen om de instroom van ‘empties’ te beperken, lijken succesvol. Hoewel er veel tegenwind opsteekt voor de containerlijnvaart, gaat het Havenbedrijf Rotterdam vooralsnog uit van een dóórgaande groei van tegen de 7% (tonnen).
Het roll-on / roll-off vervoer is 3% toegenomen tot bijna 9 mln. ton. Vanaf juni verslechterden de cijfers door het sterke afremmen van de Britse economie.
De behandeling van overig stukgoed liep flink terug, met 18% (-900.000 ton). Het grootste deel hiervan wordt veroorzaakt door de eind vorig jaar beëindigde LASH-vaart. Hiernaast knabbelt de toenemende containerisatie van fruit en sinds enige tijd ook non-ferro-metalen, aan het totaal. Het HbR zoekt compensatie in vooral de overslag van ijzer en staal, papier en projectlading. De laatste zet niet zoveel tonnen aan de dijk, maar deze groeisector is hoogwaardig en financieel aantrekkelijk voor de stuwadoors.

Bron : Port of Rotterdam
Categorie:
Tag(s):