donderdag, 4. december 2008 - 12:15

Verdachte illegale abortus niet verder vervolgd

Den Bosch

Het Openbaar Ministerie (OM) te ’s-Hertogenbosch zal de 25-jarige vrouw uit Boxtel, die verdacht wordt van het laten uitvoeren van een late zwangerschapsafbreking in Barcelona, niet verder vervolgen. Het OM is van oordeel dat in deze zaak bijzondere omstandigheden aan de orde zijn die dit besluit rechtvaardigen. Dit heeft het OM donderdag 4 december bekendgemaakt.

Het strafrechtelijk onderzoek tegen deze vrouw is gestart op 13 november 2007. De vriend van verdachte heeft bij de politie verklaard dat zijn vriendin zeven maanden zwanger van hem was en dat hij er kort geleden achter kwam dat zij niet meer zwanger was. De vriend van verdachte wilde weten wat er met zijn kind was gebeurd. Deze informatie was voor de politie aanleiding een nader onderzoek te starten.

Uit het onderzoek is gebleken dat verdachte wist dat ze zwanger was van een levensvatbare foetus en dat het in Nederland niet meer mogelijk was om de zwangerschap te laten afbreken.

Zij heeft op 1 november 2007 een bezoek gebracht aan de RutgersStimezo Zuid-Nederland te Eindhoven. Dit is een kliniek voor seksualiteitszorg, geboorteregeling en abortus. Verdachte is onderzocht door een arts die constateerde dat haar zwangerschap te ver gevorderd was en in Nederland niet meer afgebroken kon worden.

Een medewerker van de RutgersStimezo heeft verdachte na afloop van het consult een visitekaartje gegeven van een abortuskliniek in Barcelona waar de zwangerschap nog wel afgebroken zou kunnen worden. Niet gebleken is dat een arts van de RutgersStimezo hierbij betrokken is geweest.

Arbortuskliniek Ginemedex
Uit het onderzoek is gebleken dat verdachte op 7 november 2007 in de Spaanse abortuskliniek ‘Ginemedex’ in Barcelona een zwangerschapsafbreking heeft ondergaan, terwijl zij op die dag ongeveer 28 weken zwanger was van een gezonde foetus.

Abortus na de 24e week is in Nederland strafbaar op grond van titel XIX Wetboek van Strafrecht (misdrijven tegen het leven gericht) in samenhang met artikel 82a Wetboek van Strafrecht.

Aan het vereiste van dubbele strafbaarheid wordt naar het oordeel van het OM voldaan. Op grond van artikel 5 lid 1 sub 2 Wetboek van Strafrecht is de Nederlandse strafwet toepasselijk op de Nederlander die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een feit dat door de Nederlandse strafwet als misdrijf wordt beschouwd en waarop door de wet van het land waar het begaan is, straf is gesteld.

In Spanje is straf gesteld op de gedraging die verdachte wordt verweten, namelijk het laten doden van een foetus van 28 weken oud. Bij de vraag of sprake is van rechtsmacht geldt een abstracte toets. Het gaat erom dat op het feit in Spanje straf is bepaald, niet of het feit in Spanje kan worden vervolgd of de dader ervoor veroordeeld.

Het motief van verdachte om haar zwangerschap in dit late stadium af te laten breken, buiten medeweten van de vermoedelijke vader, is niet duidelijk geworden. Vanaf het begin van het onderzoek werd rekening gehouden met de mogelijkheid dat verdachte onder dwang of druk besloten had de zwangerschap af te breken. Uit het onderzoek is echter niet gebleken dat hiervan sprake was.

Wel blijkt uit het onderzoek dat een broer en twee zussen van verdachte hebben geholpen de late zwangerschapsafbreking in Barcelona te ondergaan. Omdat niet is komen vast te staan dat zij wisten dat de zwangerschap van verdachte verder dan 24 weken was gevorderd, kan niet worden bewezen dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan medeplichtigheid aan het laten doden van een levensvatbare foetus.

Het OM te ’s-Hertogenbosch is van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van moord op een levensvatbare foetus van ongeveer 28 weken oud. Daarmee heeft verdachte een belangrijke rechtsnorm geschonden. Verdere vervolging zou normaal gesproken in de rede liggen.

Bijzondere omstandigheden
Bij deze zaak zijn echter de volgende bijzondere omstandigheden aan de orde: De belangrijkste omstandigheid is dat uit onderzoek naar de geestvermogens van verdachte, verricht in opdracht van de rechter-commissaris, is gebleken dat verdachte sinds haar jeugd lijdt aan ernstige psychiatrische problematiek, die haar keuze om de zwangerschapsafbreking te ondergaan hoogstwaarschijnlijk heeft beïnvloed.

Een rechtsgang zal voor deze kwetsbare verdachte, gezien haar psychiatrische gesteldheid en de te verwachten media-aandacht, bijzonder belastend zijn. Het OM acht de kans klein dat verdachte nog eens kiest voor een zwangerschapsafbreking in een dergelijk zeer laat stadium.

Voorts heeft het OM nadrukkelijk in haar afweging betrokken dat verdachte eind 2007 ruim drie weken in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

Het OM in ’s-Hertogenbosch heeft na zorgvuldige belangenafweging, gegeven de bijzondere omstandigheden die in deze zaak aan de orde zijn, besloten verdachte niet verder te vervolgen.
Provincie:
Tag(s):