Waar beide landskampioenen er vorige week nog een saai duel van maakte, was de return in Engeland een stuk leuker voor de toeschouwers. De thuisploeg had een ideale start. Al na drie minuten liep Nemanja Vidic zich na een hoekschop van Ryan Giggs knap vrij en kopte de bal snoeihard achter doelman Júlio César: 1-0.
De Italianen toonden zich echter niet van slag en zetten ManUnited direct onder druk. Lang duurde dat offensief niet, want de mannen van Sir Alex Ferguson grepen al snel de controle over de wedstrijd. Dat resulteerde in een goede aanval, met Giggs in de hoofdrol. De voorzet van de aanvoerder miste echter precisie, waardoor de kans verkeken was.
Geheel uit het niets waren de bezoekers na een half uur spelen dicht bij de gelijkmaker, toen Zlatan Ibrahimovic de bal op de lat kopte. Toch was het in de resterende fase tot de rust weer Manchester dat de klok sloeg. Het elftal van José Mourinho mocht van geluk spreken dat Dimitar Berbatov het vizier niet op scherp had staan. Hetzelfde kon enkele minuten later ook gezegd worden voor Ibrahimovic, die vrij voor Edwin van der Sar voorlangs schoot.
In de tweede helft besliste de thuisploeg het duel. Het was Cristiano Ronaldo die zijn eerste Champions League-doelpunt van het seizoen maakte. De Portugees kopte een fraaie voorzet van Wayne Rooney, uit stand gegeven, achter César: 2-0.
Toch bleek alles nog mogelijk in het restant van de tweede helft. Eerst schoot Javier Zanetti na een voorzet van Esteban Cambiasso op de paal, waarna Berbatov uit de tegenaanval opnieuw een grote mogelijkheid liet liggen. In de laatste twintig minuten bracht Mourinho LuÃs Figo in het veld, in de hoop dat de Portugese routinier wel het verschil kon maken. Tevergeefs, want ook met Figo in de ploeg kwam Inter niet meer tot scoren.
