donderdag, 29. juli 2010 - 10:51

Heeft u ook worteltjeskaas?

Boodschappen doen zal nooit mijn hobby worden. Het geeft mij een gevoel van sleur en verplichting. Door de werkdrang van mijn echtgenote is het echter een noodzakelijk kwaad. Zeker omdat ze mij ervan beticht ’s middags vaak te inactief te zijn. Ik kan haar niet aan het verstand peuteren dat dit onderdeel is van een creatief proces.

Zo komt het er dus op aan dat ik meestal twee keer per week met de fiets naar het volgende dorp ga voor enkele primaire levensbehoeften. Welbeschouwd beleef ik het als luxe dat ik als consument niet gedwongen ben tot een gang naar de supermarkt voor artikelen die ik daar liever niet haal om kwalitatieve redenen en uit moreel oogpunt. Dat is waarschijnlijk de reden dat ik meestal met tegenzin op de fiets stap maar eenmaal in het dorp mijn gemoed tot grote hoogtes stijgt.

Voor mij gaat er niets boven brood van de bakker, vlees uit de (hier nog ambachtelijke!) slagerij en haring uit de viswinkel. Ik sponsor graag de ondernemers met hart voor hun product. Diep van binnen ben ik misschien zelfs een beetje jaloers omdat ik mijn passies uit op een tweede hands laptop op een nu veels te warme zolderkamer. Ja, soms benijd ik de bevlogen detaillisten, ook al verkeren veel van hen in zwaar weer.

En toch kan ik het niet laten ze soms een beetje te pesten. Gewoon om een oprechte glimlach bij ze los te krijgen. Zo vraag ik de bakker dikwijls of er groeven in zijn plaatbrood zitten en of zijn casino nog rendabel is. En of de slager wel eens een tik van een slavink heeft gehad… Omdat een mensenhoofd nu eenmaal chronisch maalt zit ik vaak op de fiets al te bedenken hoe ik het winkelpersoneel uit hun routine kan halen. Een beetje flauw misschien, maar ik loop nu eenmaal niet graag in het gareel, en zo krijgen alledaagse boodschappen meer smoel!

Zo ook vorige week. Ik zat op de fiets toen ik in de verte in de wei heel vreedzaam een haas op zijn kont zag zitten. Het dier staarde rustig om zich heen, blijkbaar niet bang voor jagende koeien. Onwillekeurig moest ik denken aan die kapitale grap over dat guitige konijn dat bij zijn lokale bakker immer bleef doorzagen over worteltjeskaas: “Vies, hè?”. Dat paste feilloos in mijn toch al niet hoogdravende repertoire. Ik besloot dan ook dit principe toe te passen op alle winkels die ik die dag aan zou doen. Behalve natuurlijk de groenteman…
Een klein kwartier later stapte ik, goed van luimage, de kaaswinkel binnen. Achter de toonbank stond een vriendelijk jong vrouwmens wat ik niet eerder gezien had. Een vakantiehulp? Het kon niet beter! Die was zonder twijfel genegen mijn stomme vraag serieus in behandeling te nemen.

“Goedemorgen,” begon ik, “heeft u ook worteltjeskaas?”. Voor ik haar reactie kon peilen had zij zich omgedraaid zodat ik haar gezicht niet meer kon zien. Was ze in de lach geschoten? Voor ik het wist draaide zij zich weer terug om en vroeg vriendelijk: “Wilt u een stukje proeven?”. Beteuterd keek ik naar de kaas die ze van de plank had gepakt. Het was een kleine, oranje kaas. De bediende keek mij vragend aan. “Net binnen!” zei ze met een meisjesachtig enthousiasme. “Ik maak hem gelijk even open.”. “Doe geen moeite!” wilde ik zeggen maar ik geloof dat ik het niet gezegd heb, en luttele tellen later stond ik met een plakje oranje kaas in mijn hand. Ik bedankte vluchtig en keek nog eens naar de kaas die ze opengemaakt had. Daar lag hij op het werkblad in twee mooie helften. Worteltjeskaas! ‘Goed’ stond er op het etiket. Om mij onduidelijke redenen was het voor mij direct geen optie meer om er nog iets negatiefs over te zeggen. Kwam het door haar geestdrift? Kwam het door het opschrift van de kaas? Iets wat goed is kan toch onmogelijk slecht zijn? Sowieso durf ik te stellen dat ik over meer fatsoen bezit als het gemiddelde konijn. Proeven dus.

Ik fietste naar huis met volle tassen. Bovenop lag 352 gram worteltjeskaas. Het was voor mij een leerzame dag. In eerste instantie had ik direct spijt gehad van mijn gewoonte mensen uit te proberen. Achteraf heeft het echter goed uitgepakt. Het klinkt vreemd zelfs als ik het zelf opschrijf, maar worteltjeskaas is écht lekker. Je zal het mij niet horen zeggen… “Vies hè?”
Provincie:
Tag(s):