woensdag, 6. oktober 2010 - 10:53

Ina Post alsnog door Hof vrijgesproken

Den Bosch

Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft woensdagochtend de toenmalige bejaardenverzorgster Ina Post vrijgesproken van het doden van een 89-jarige vrouw en het valselijk innen van haar kascheques.

De bejaarde vrouw werd op 22 augustus 1986 dood aangetroffen in een ouderencomplex in Leidschendam. De dag erna werden op haar naam staande kascheques verzilverd.

De rechtbank 's-Gravenhage veroordeelde Ina Post hiervoor op 9 december 1986; in hoger beroep bevestigde het hof 's-Gravenhage dit vonnis op 25 mei 1987. Na een herzieningsverzoek verwees de Hoge Raad op 23 juni 2009 de zaak naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling.

Het gerechtshof 's-Hertogenbosch zette het nieuwe onderzoek in herziening breed op. Het hoorde op meerdere zittingsdagen getuigen en deskundigen, voegde het verslag van de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (CEAS) en de bijlagen aan het dossier toe, liet nader forensisch technisch onderzoek verrichten evenals naspeuringen in het gemeentearchief van Leidschendam. Daarbij kwamen de tactische journaals te voorschijn waarover de CEAS niet beschikte.

Het belangrijkste bewijs voor de eerdere veroordelingen werd gevormd door de bekentenissen van Post. Het hof is van oordeel dat niet kan worden uitgesloten dat de bekennende verklaringen van Post tot stand zijn gekomen onder invloed van een bijzondere psychische toestand.

Daarnaast stelt het hof vast dat de bekennende verklaringen van Post over het plaatsen van haar handtekeningen op de verzilverde kascheques kennelijk onjuist zijn. Deze kennelijke onjuistheid maakt - samen met de bijzondere psychische toestand van Post en het ontbreken van ieder steunbewijs - dat het hof die bekentenissen onvoldoende betrouwbaar acht.

Nu de bekentenissen niet bruikbaar zijn voor het bewijs resteert onvoldoende bewijsmateriaal om tot een bewezenverklaring te komen. Het hof vernietigt het arrest van gerechtshof 's-Gravenhage van 25 mei 1987 en spreekt Post vrij van de ten laste gelegde feiten.

Verder overweegt het hof in zijn uitspraak dat niet aannemelijk is geworden dat de politie ter benadeling van Post ontlastend materiaal buiten het dossier heeft gehouden. Evenmin acht het hof het aannemelijk dat door de wijze van detentie en door de manier van verhoren ontoelaatbare druk op Ina Post is uitgeoefend.

Ten slotte stelt het hof nog vast dat het onderzoek bij aanvang zich niet uitsluitend gericht heeft op Ina Post, maar dat diverse onderzoeksrichtingen zijn onderzocht.
Provincie:
Tag(s):