vrijdag, 1. oktober 2010 - 20:21

Maurice de Hond in ongelijk gesteld in Deventer moordzaak

Den Haag

De Hoge Raad is het eens met het oordeel van het hof dat de beschuldigingen van Maurice de Hond in de pers en op internet, dat De J. en zijn partner betrokken zijn geweest bij de moord bekend als de Deventer moordzaak, onrechtmatig zijn. Dit heeft de Hoge Raad vrijdagmiddag bekendgemaakt.

Maurice de Hond heeft, in de overtuiging dat in de Deventer moordzaak een onschuldige door de strafrechter is veroordeeld, in verschillende media en bij herhaling gezegd dat de moord is gepleegd door M. de J. , in diverse publicaties ‘de klusjesman’ genoemd. Diens partner werd door hem onder meer ervan beschuldigd dat zij hem een vals alibi heeft verschaft.

Schadevergoeding
De rechtbank en het hof hebben de uitlatingen van De Hond onrechtmatig geacht. Aan De Hond is op straffe van een dwangsom verboden De J. en diens partner in het openbaar in verband te brengen met de moord, en De Hond is veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding.

De uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep van De Hond tegen de uitspraak van het hof Amsterdam. De beslissing van het hof blijft dus in stand. Het gaat hier om de vraag naar de onrechtmatigheid van publieke uitlatingen waarmee wordt beoogd een vermoede misstand in de samenleving aan de kaak te stellen, maar die voor derden schadelijk zijn. Het hof heeft de uitlatingen onrechtmatig geoordeeld. De Hoge Raad is het met dat oordeel eens.

Het hof heeft op de juiste wijze aandacht besteed aan de aard en de ernst van geuite verdachtmakingen, de gevolgen daarvan voor de beschuldigden, de publieke bekendheid van De Hond en de wijze waarop de beschuldigingen zijn gebracht. Ook heeft het hof rekening gehouden met de, ook ten dele door De Hond benutte, mogelijkheden die de Hond had om de verdenkingen anders dan via de media bij de bevoegde autoriteiten aan de orde te stellen.

Uitspraak definitief
Ook de conclusie van het hof is juist dat bij afweging van de belangen doorslaggevend is het belang van De J. en zijn partner dat zij niet door uitlatingen via onder meer de pers en internet worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen. Die uitlatingen worden ook niet gerechtvaardigd door de vrijheid van meningsuiting. De uitspraak van het hof Amsterdam is nu definitief.
Provincie:
Tag(s):