woensdag, 20. oktober 2010 - 10:11 Update: 08-07-2014 1:02

“Natuurbescherming richt zich teveel op afzonderlijke soorten”

Amsterdam

In de natuur werken bepaalde organismen samen door voedingsstoffen met elkaar uit te wisselen. Deze samenwerking tussen organismen wordt mutualisme genoemd. Op de evolutie van deze mutualismen heeft ook de mens invloed. Dat betoogt evolutiebioloog Toby Kiers in een publicatie die in het ecologische toptijdschrift Ecology Letters is verschenen.

Mutualistische interacties zijn heel belangrijk voor de gezondheid van het wereldwijde ecosysteem, zelfs belangrijker dan tot nu toe werd gedacht. De natuurbescherming richt zich dan ook ten onrechte teveel op afzonderlijke soorten, zonder hun evolutionaire samenhang erbij te betrekken.

Een voorbeeld van een mutualisme is de vijgenwesp, die zorgt voor de voortplanting van vijgenbomen door ze te bestuiven en in ruil daarvoor zijn larven in de voedselrijke, en veilige, vruchten kan laten opgroeien. De natuur zit vol van dit soort samenwerkingen. Een kleine verstoring van de samenwerking kan al gauw grote veranderingen in het systeem tot gevolg hebben.

Hoe mensen hun omgeving bewerken of aan zichzelf aanpassen, kan de mutualistische relaties binnen die omgeving verstoren en daarmee drastische gevolgen voor het ecosysteem hebben. Toby Kiers bestudeerde met collega-onderzoekers bijna tweehonderd wetenschappelijke onderzoeken over de effecten van klimaatverandering op wederzijds nuttige interacties tussen soorten. Zij ontdekten drie evolutionaire scenario's voor organismen die in hun samenwerking worden gestoord door mensen. Het eerste is het zoeken van nieuwe partners, het tweede is een verschuiving van samenwerking naar parasitisme. Het derde scenario tenslotte is het opgeven van de samenwerking.

Kiers: "De gevolgen van menselijke invloed hoeven niet altijd slecht te zijn. Er zijn duidelijke voorbeelden van mutualismen die zich verbazingwekkend goed kunnen aanpassen aan de wereldwijde veranderingen."
Categorie:
Tag(s):