woensdag, 23. maart 2011 - 9:44 Update: 08-07-2014 0:59

370 duizend werkenden met inkomen onder armoedegrens

Ondanks het hebben van betaald werk, was bij 370 duizend werkenden het huishoudensinkomen zo laag in 2009 dat ze onder de armoedegrens leefden. Meestal komt dit door een laag bedrag aan loon of geringe of negatieve inkomsten uit eigen bedrijf. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

Helft van personen onder armoedegrens heeft betaald werk

In 2009 leefden in Nederland bijna 700 duizend personen van 18 tot 65 jaar in een huishouden met een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Meer dan de helft ((370 duizend) van hen heeft in 2009 betaald werk gehad. Na een daling in 2006 en 2007 ligt dit aantal iets boven het niveau van 2005. Van deze werkenden met risico op armoede verdienden drie op de tien hun brood als zelfstandige.

Hoge rentelasten deels oorzaak

Meestal vormen een laag bedrag aan loon en geringe of negatieve inkomsten uit eigen bedrijfsvoering de directe oorzaak van een inkomen onder de armoedegrens. Het kan echter ook het gevolg zijn van negatieve inkomsten uit vermogen, zoals betaalde hypotheekrente en rente op consumptief krediet. Bij gemiddeld 9 procent van alle huishoudens van werkenden met een laag inkomen duwden juist hoge rentelasten het inkomen onder de armoedegrens.

Zelfstandigen in handel en horeca lopen grootste risico

Van de zelfstandigen die onder de armoedegrens leven, werkte 25 procent in de handel en horeca en 22 procent in de landbouw en visserij. Dat is veel meer dan onder de zelfstandigen met een hoger inkomen (respectievelijk 15 en 9 procent). In de financiële en zakelijke dienstverlening, maar ook in de bouwnijverheid en gezondheids- en welzijnszorg waren de zelfstandigen met risico op armoede juist ondervertegenwoordigd.

Meer risico op armoede bij uitzendkrachten en flexwerkers

Bij de werknemers met een inkomen onder de lage-inkomensgrens gaat het veel meer om uitzendkrachten en werknemers met een flexibel arbeidscontract dan bij de werknemers die boven de grens zitten. Zo was 28 procent van de werknemers met kans op armoede een uitzendkracht of flexwerker, tegenover 9 procent bij de werknemers met een hoger inkomen.
Categorie:
Tag(s):