donderdag, 7. juli 2011 - 8:05

Crimineel moet straks naast straf ook dokken

Den Haag

Criminelen moeten volgens een nieuw wetsvoorstel van Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie straks naast straf ook een vast boetebedrag opgelegd krijgen dat in de staatskas wordt gestort. Dit heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie donderdag bekendgemaakt.

Dit blijkt uit een wetsvoorstel dat donderdag voor advies naar verschillende instanties is gestuurd zoals de politie, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de rechtspraak, Slachtofferhulp Nederland en de Nederlandse Orde van Advocaten.

Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie wil voorkomen dat een slachtoffer van een misdrijf zijn schade niet vergoed krijgt, omdat de verdachte kans heeft gezien voor zijn veroordeling zijn bezittingen weg te sluizen. Straks kan de staat al tijdens het opsporingsonderzoek conservatoir beslag leggen op het vermogen van de verdachte ten gunste van het slachtoffer.

Dit beslag wordt in dringende gevallen ook mogelijk bij ontdekking op heterdaad. De politie kan geld en voorwerpen confisqueren die de verdachte op het moment van aanhouding bij zich heeft.

Teeven geeft hiermee nadere invulling aan zijn beleid om de positie van slachtoffers te versterken en daders harder aan te pakken. De maatregelen vloeien voort uit het Regeerakkoord.

Na beslag van de staat op het vermogen van de verdachte ten behoeve van het slachtoffer, beslist uiteindelijk de zittingsrechter over de vergoeding van de schade. Moet de verdachte betalen, dan wordt altijd eerst het slachtoffer gecompenseerd.

Een eventueel restant gaat naar de staat ter voldoening van de door de rechter opgelegde boete of toegekende ontnemingsvordering. Legt de zittingsrechter geen schadevergoedingsmaatregel op, dan vervalt het beslag automatisch zodra de uitspraak onherroepelijk is geworden.

Bedrag in staatskas
Verder wil de bewindsman veroordeelden verplichten per misdrijf een vast bedrag te storten op rekening van de staat om de justitiële dienstverlening aan slachtoffers te verbeteren.

De activiteiten van het Schadefonds geweldsmisdrijven, de voorschotregeling en de versterking van de positie van het slachtoffer in het straf(proces)recht, brengen kosten met zich mee die nu voor rekening van de samenleving komen. Teeven vindt dat veroordeelden daaraan financieel moeten bijdragen. Zij hebben immers de schade veroorzaakt.

Zweden en België
Zweden en België hebben een vergelijkbare regeling. Daar betalen criminelen respectievelijk 50 euro en 137,50 euro. De hoogte van het verplichte bedrag stelt de staatssecretaris later vast.

Spreekrecht slachtoffer
In een ander wetsvoorstel dat ook donderdag voor advies is verzonden, regelt Teeven de uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces. Het spreekrecht kan het slachtoffer helpen bij de verwerking van het misdrijf en de dader confronteren met de gevolgen. Ook deze maatregel maakt deel uit van het beleid slachtoffers beter te ondersteunen.

Uit evaluatieonderzoek in 2010 blijkt dat tussen de 230 tot 260 personen per jaar gebruik maken van het spreekrecht, waaronder ongeveer 50 nabestaanden. Vooral nabestaanden en slachtoffers van ernstige delicten vertellen hun verhaal op zitting.

Van de mogelijkheid om een schriftelijke verklaring op te stellen, werd ongeveer 3000 keer per jaar gebruik gemaakt. Slachtoffers waarderen het spreekrecht. Bij nabestaanden en bij wettelijk vertegenwoordigers van slachtoffers die te jong zijn om zelf te spreken, bestaat behoefte aan verruiming van de huidige regeling.

Spreekrecht verruimd
Nu nog mag één nabestaande zijn verhaal op de terechtzitting doen. Dat blijkt in de praktijk te beperkt. Straks krijgen naast de (voormalige) levensgezel van het overleden slachtoffer maximaal drie nabestaanden het recht om op zitting te spreken. Dat kunnen een kind, of ouder van het slachtoffer ook andere familieleden zijn zoals grootouders, kleinkinderen, nichten, neven, tantes en ooms met wie het slachtoffer een hechte band had.

Verder krijgen ouders of voogden spreekrecht bij minderjarige slachtoffers die vanwege hun jeugdige leeftijd niet in staat zijn op zitting te vertellen over de gevolgen van het misdrijf. Minderjarige slachtoffers die zelf op zitting kunnen spreken, mogen dat blijven doen. Daar komt geen verandering in.

Nieuw is ook dat het spreekrecht uitgeoefend kan worden namens slachtoffers, die als gevolg van het misdrijf fysiek of geestelijk niet in staat zijn het woord te voeren. De kring van sprekers is dezelfde als die van de nabestaanden.

Slachtoffers of nabestaanden die zelf geen gebruik van hun spreekrecht durven of willen maken, mogen dat straks ook hun raadsman of medewerkers van Slachtofferhulp Nederland laten doen.

De staatssecretaris blijft bij zijn standpunt dat het slachtoffer zich op de zitting niet mag uitlaten over de gewenste straf. Dat is aan de rechter die zijn beslissing baseert op wat tijdens het onderzoek ter zitting naar aanleiding van de tenlastelegging naar voren is gebracht.
Provincie:
Tag(s):