Van het met een camera ontdekken van een skiff vol piraten, tot het beoordelen van de kwetsbaarheid van eigen schepen. Gisteren werd het zogenoemde model EOSTAR (electro-optical signal transmission and ranging) tijdens een symposium op de marinebasis in Den Helder geïntroduceerd bij de gebruikers.
Defensie maakt de laatste jaren steeds meer gebruik van infrarood camera’s op haar varende en vliegende eenheden. Voorbeelden daarvan zijn de forward looking infrared, de Sirius lange-afstandinfraroodsensor en nachtkijkers. Doordat de krijgsmacht de apparatuur vaker inzet, neemt ook de behoefte toe om het gebruik ervan te verbeteren.
“EOSTAR berekent de optimale instelling voor infraroodapparatuur. Het systeem verwerkt de omgevingscondities, zoals temperatuur, luchtdruk, luchtvochtigheid en oceanografische omstandigheden”, legt luitenant-ter-zee 1 Mario Bertelink uit. Als hoofd meteorologie en oceanografie van de Dienst der Hydrografie is hij nauw betrokken bij de introductie van het systeem binnen de marine.
