Dat het gebruik van DNA een efficiënte manier van opsporen van personen is, blijkt uit het aantal matches die in 2010 zijn gerapporteerd na een vergelijking. In totaal werden er 3472 personen gekoppeld aan sporen die werden gevonden. DNA is niet alleen om verdachten te traceren, maar ook om onschuldigen vrij te pleiten.
Op alle vanaf 1997 opgenomen sporen (bloed, speeksel op bijv. sigarettenpeuken, sperma, enz.) heeft een in de DNA-databank opgenomen spoor nu een gemiddelde kans van ruim 40% om vroeger of later een match te geven met een persoon.
Soms is dat al meteen bij opname zodat direct de naam van een mogelijke verdachte kan worden gerapporteerd, en soms pas na vele jaren zoals in de zaak Andrea Luten (17 jaar na de moord in 1993). In dit geval werd een match gevonden toen de met het spoor matchende persoon als veroordeelde voor een ander delict in de DNA-databank werd opgenomen.