maandag, 24. januari 2011 - 12:41

Financiële problemen bij het CBR 'zeer zorgelijk'

Den Haag

De situatie bij het CBR is zeer zorgelijk, zowel financieel als ook de arbeidsverhoudingen. Ingrijpende veranderingen zijn daarom noodzakelijk. Dit zijn de conclusies uit een onderzoek naar de situatie bij het CBR.

Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu heeft met de directie stevige afspraken gemaakt over een verbeterprogramma. Als in juni te weinig vooruitgang is geboekt, besluit de minister over alternatieven om de taken van het CBR te borgen.

In de afgelopen jaren is in toenemende mate ingegrepen bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. Desondanks bleven de signalen over slechte prestaties van het CBR bestaan. Hierop heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu besloten om de organisatie grondig door te lichten.

De onderzoekers concluderen onder meer dat het CBR zeer moeizame arbeidsverhoudingen kent en dat intern toezicht in het verleden heeft gefaald. Mede daardoor zijn de financiën van het CBR in gevaar gekomen. Dit komt voornamelijk doordat de pensioenregeling van het CBR, gebaseerd op het eindloon, onbeheersbaar is geworden.

Minister Schultz van Haegen reageert op het rapport: “Ik ben zeer bezorgd over de situatie bij het CBR. Ingrijpende veranderingen zijn nodig om van het CBR weer een gezonde organisatie te maken.”

Naar aanleiding van het onderzoek heeft de minister indringende gesprekken gevoerd met de directie, de raad van Toezicht en de ondernemingsraad. Drie leden van de raad van Toezicht hebben inmiddels hun functie neergelegd om ruimte te laten aan herstel van vertrouwen tussen de raad van Toezicht, directie en ondernemingsraad. In 2010 waren al drie nieuwe leden van de raad van Toezicht benoemd en is een nieuwe directie aangetreden.

“De nieuwe leiding van het CBR wacht een stevige veranderopgave. Ik houd het CBR daarom aan een verbeterprogramma waarvan ik maandelijks de voortgang bespreek. Tegelijkertijd onderzoek ik de mogelijke terugvalopties, mocht blijken dat in juni onvoldoende voortgang is geboekt”, aldus de minister.

Ze vervolgt: “De uit de hand gelopen pensioenkosten moeten met voorrang worden aangepakt. Ik heb alle partijen gevraagd om de blik naar voren te richten. Alleen zo kunnen werknemers en –gevers onderling tot nieuwe afspraken komen.”

Het onderzoek is bedoeld om optimaal lessen te trekken voor de toekomst. De onderzoekers concluderen dat in de prestaties van de afgelopen jaren verbeteringen zichtbaar zijn. Dit is dankzij de inzet en loyaliteit van werknemers.

De minister acht daarom de nieuwe leiding van het CBR en de medewerkers in staat om de aanbevelingen van het rapport succesvol te implementeren.
Provincie:
Tag(s):