Beide ploegen wisten tevoren al op welke plaats in groep I van de winnaarsronde ze zouden eindigen, Nederland als eerste, Spanje als vierde. Nederland speelt vrijdag in Rotterdam tegen Servië, de andere halve finale gaat tussen Denemarken en Oostenrijk. Het was de vijfde opeenvolgende Oranje-zege, en dat gebeurde de gehele EK al vaak indrukwekkende cijfers.
Bondscoach Monique Tijsterman startte tegen Spanje met de vaste veldspeelsters. De inmiddels vertrouwde basis-zes bestond opnieuw uit Angela Malestein, Anouk van de Wiel, Estavana Polman, Sabrina van der Mast, Lois Abbingh en Sanne Hoekstra. Voor Abbingh was een bus met supporters van haar Duitse VfL Oldenburg naar Arnhem afgereisd om de linker opbouwspeelster aan te moedigen. Alleen keepster Larissa van Dorst werd rust gegund, zij werd waardig vervangen door Loren voor 't Hekke. In de tweede helft kwam de derde keepster in de selectie, Tess Wester, in actie en kregen intussen alle 16 selectieleden hun aandeel in het succes.
In de beginfase maakte vooral Anouk van de Wiel een gretige indruk, de lange jeugdinternational van Venus/Nieuwegein had binnen het kwartier al vijf treffers achter haar naam staan. Zij kwam op een totaal van zeven, twee minder ditmaal dan topscoorster Lois Abbingh.
Toch was het al snel duidelijk dat de scherpte uit de voorgaande wedstrijden nu wat minder nadrukkelijk aanwezig was. Dat was verklaarbaar gezien het feit dat Oranje <19 zich al verzekerd wist van winst in de groep en plaatsing bij de top-vier. Die prestatie is al een evenaring van het beste Nederlandse resultaat ooit op een toernooi <19.
Na de rust (die inging met 15-15) voerde Nederland het tempo op, oogde de Spaanse ploeg steeds vermoeider en werd er met snelle aanvallen snel een beslissende voorsprong genomen, 21-16. Groot werd de marge nooit, maar angst dat de vijfde zege er niet zou komen, was ook geen moment nodig. Hooguit was er enige twijfel over de arbitrage, de twee scheidsrechters uit Macedonië gaven wel erg gemakkelijk strafworpen weg aan Spanje. Tijsterman lachte er aan de kant maar wat cynisch om.
