maandag, 21. november 2011 - 14:21

Hof wijst klacht over niet-vervolgen vereniging Martijn af

Leeuwarden

Het gerechtshof te Leeuwarden heeft maandag uitspraak gedaan inzake de klacht tegen de beslissing van het Openbaar Ministerie (OM) om niet tot strafrechtelijke vervolging over te gaan van de vereniging Martijn en haar bestuurders.

De klacht is ingediend namens de ouders van een minderjarig meisje dat seksueel is misbruikt. De verdachte van dit feit is hiervoor vervolgd en veroordeeld.

Onvoldoende aanknopingspunten
De ouders wensten ook een vervolging van de vereniging Martijn en haar (voormalige) bestuursleden. Waar vervolging van de vereniging Martijn wordt gevraagd voor uitlokking van en/of medeplichtigheid aan het seksueel misbruik van hun dochter is het hof van oordeel dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevat voor een succesvolle vervolging.

Het merendeel van de klachten over het niet vervolgen van de activiteiten van de vereniging Martijn is door het gerechtshof niet inhoudelijk behandeld. De wet schrijft voor dat alleen iemand kan klagen over het niet vervolgen van een feit als hij daardoor rechtstreeks is getroffen in een belang dat hem persoonlijk aangaat.

Daarvan is naar het oordeel van het hof geen sprake. Daarom is het aan het OM en uiteindelijk aan de minister van Veiligheid en Justitie om te beslissen over vervolging van de vereniging Martijn.

Deze zaak betreft een procedure volgens artikel 12 van het wetboek van Strafvordering. Dit is een procedure waarbij een direct belanghebbende zich bij het gerechtshof kan beklagen over de beslissing van het openbaar ministerie om geen vervolging in te stellen.
Provincie:
Tag(s):