maandag, 4. juli 2011 - 9:24 Update: 08-07-2014 0:57

Jonge hersenen zijn flexibel, oude hersenen zijn stabiel en efficiënt

Amsterdam

Jonge hersenen hebben veel flexibele verbindingen waardoor het voor kinderen makkelijk is om nieuwe dingen te leren. Oude hersenen hebben juist stabiele verbindingen, waardoor de hersenen efficiënter werken en minder energie verbruiken.


Dat blijkt uit promotieonderzoek van Martijn Dahlhaus, waarop hij op maandag 4 juli promoveert aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Eiwitten
Waarom zijn jonge hersenen flexibeler dan oude hersenen? Om dat te onderzoeken heeft Dahlhaus de werking van het eiwit Notch bestudeerd in muizenhersenen. Dahlhaus liet zien dat Notch ervoor zorgt dat zenuwcellen moeilijker stabiele verbindingen met elkaar kunnen maken, waardoor jonge hersenen flexibel zijn en het makkelijker is om nieuwe dingen te leren. Maar tegelijkertijd is het dan lastiger verbindingen te stabiliseren, waardoor het ook lastiger is om informatie vast te leggen. Op oudere leeftijd zijn er veel andere eiwitten die er juist voor zorgen dat de stabiliteit van de hersenen toeneemt, en de flexibiliteit vermindert.

Lui oog
Dankzij de flexibiliteit van onze jonge hersenen kunnen we in onze jeugd kennis en vaardigheden opdoen waar we, nadat deze flexibele periode is afgesloten, de rest van ons leven gebruik van maken. De keerzijde is dat de hersenen in die periode ook gevoeliger zijn voor dingen die misgaan. Zo kan bijvoorbeeld een lui oog ontstaan; wanneer de informatie die vanuit de twee ogen in de hersenen binnenkomt niet met elkaar overeenkomt, ontstaan er verkeerde verbindingen tussen zenuwcellen. Als dit niet in de flexibele periode behandeld wordt, is het zicht in een van beide ogen voor altijd verminderd.

Verbindingen reorganiseren
In de jonge hersenen, en helemaal bij muizen met een lui oog, zitten veel eiwitten die de verbindingen tussen zenuwcellen flexibel maken. Dahlhaus hoopt dat zijn onderzoek er uiteindelijk toe zal leiden dat die flexibiliteit ook bij oudere hersenen teweeg kan worden gebracht door verbindingen tussen zenuwcellen te reorganiseren. Op die manier zouden verkeerd aangelegde verbindingen, zoals bij een lui oog of schizofrenie, kunnen worden gecorrigeerd. Ook zou dit kunnen helpen om nieuwe verbindingen aan te leggen, bijvoorbeeld na een beroerte of wanneer mensen met een prothese opnieuw moeten leren lopen.
Categorie:
Tag(s):