In de eerste zes weken van de zogeheten wijkgerichte aanpak is ruim 200 uur specifiek op honden gecontroleerd. Tot op heden zijn 26 boetes uitgeschreven. Sinds begin maart is een terugloop van het aantal boetes te zien. Hondenbezitters hebben vaker een opruimmiddel bij zich en de straten zijn schoner.
De boetes werden uitgeschreven voor verschillende overtredingen. Eén boete was voor niet opruimen van de hondenpoep (100 euro), drie voor het uitlaten van honden op een speelplaats (100 euro), elf voor het niet aangelijnd hebben van de hond (70 euro) en elf omdat de het baasje geen opruimmiddel bij zich had (70 euro).
Sinds 1 maart is een terugloop van het aantal boetes te zien. De toezichthouders geven aan dat steeds meer mensen de hond hebben aangelijnd en een opruimmiddel bij zich hebben. In september wordt bekeken of de aanpak vervolg krijgt.
Wethouder Margreet van Gastel: "Overlast van hondenpoep is al jarenlang een van de grootste ergernissen. Reden genoeg om er iets aan te doen. Ik hoop dat deze gerichte acties bijdragen aan een gedragsverandering bij hondenbezitters. Het opruimen van hondenpoep moet weer vanzelfsprekend worden."
De nieuwe werkwijze, waarmee begin februari is gestart, houdt in dat twee toezichthouders vier uur per dag een wijk ingaan om gericht te controleren op overlast van hondenpoep. Dit gebeurt vooral op plekken en tijden dat er veel honden op straat zijn. De nieuwe aanpak vindt plaats in zes wijken die in 2009 of 2010 het slechtst scoorden bij metingen voor hondenpoep. Dat zijn Spijkerkwartier, Klarendal, Malburgen-Oost, Broek, Presikhaaf-Oost en -West en Velperweg en omstreken.
