OM eist levenslang in hoger beroep voor snelkookpanmoord

Naar het oordeel van de advocaat-generaal heeft de verdachte zijn broer op 11 november 1997 in Haarlem om het leven gebracht. Na een in scene gezette weddenschap sloeg de verdachte zijn broer op zijn hoofd. Hij werd daarbij geholpen door zijn echtgenote en een andere vrouw. Vervolgens probeerde de verdachte zich, samen met zijn echtgenote van het lichaam te ontdoen.

De advocaat-generaal van het OM noemde de wijze waarop de broer op het leven is gebracht gruwelijk: "Met een hamer is zo hard op zijn hoofd geslagen, dat zijn schedel volkomen is ingeslagen. Wat daarna met het lichaam is gebeurd, tart iedere beschrijving. Het hoofd is uitgekookt in een snelkookpan, zijn huid is volledig verwijderd en zijn lichaam is in stukken gehakt. De lichaamsdelen zijn vervolgens achtergelaten langs de snelweg." Enkele jaren later, in 2002, verdween de echtgenote van de verdachte. Tot op de dag van vandaag is haar lichaam niet gevonden.

Het OM vindt wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte beide keren met voorbedachte rade heeft gehandeld en dat er dus sprake is van moord. Verklaringen van getuigen uit de omgeving van verdachte en uit de omgeving van zijn slachtoffers, zijn de belangrijkste bewijsmiddelen in deze zaak. Mehmet Y. heeft tegenover de getuigen meerdere keren bekend dat hij zijn broer en echtgenote om het leven heeft gebracht. Ook is er een belastende verklaring van de vrouw die de verdachte heeft geholpen bij de moord op zijn broer. Zij is hiervoor reeds onherroepelijk veroordeeld.

De verdachte werd in 2009 door de rechtbank Haarlem veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf voor de moord op zijn broer en doodslag op zijn echtgenote. Zowel het OM als de verdachte gingen tegen dit vonnis in hoger beroep. Het appèl van het OM richt zich tegen de strafmaat. Ook in eerste aanleg eiste het OM een levenslange gevangenisstraf.