zaterdag, 4. juni 2011 - 9:31

Promotie- en degradatiesysteem voor gedetineerden

Den Haag

Gedetineerden moeten faciliteiten die bovenop het standaardaanbod komen zelf gaan verdienen. Gedrag en motivatie van gedetineerden worden bepalend voor de manier waarop zij hun gevangenisstraf ondergaan.

Gevangenen die er met de pet naar gooien, of die blijven terugvallen in criminaliteit, kunnen voortaan rekenen op een strenger regime. Goed gedrag wordt juist beloond. Zo komt de eigen verantwoordelijkheid van gevangenen centraal te staan.

Staatssecretaris Teeven introduceert hiertoe een promotie- en degradatiesysteem voor gevangenen. Daarnaast vindt Teeven dat er meer — en efficiënter - moet worden gewerkt door gedetineerden en dat op het terrein van nazorg vooruitgang wordt geboekt. Dat schrijft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie vandaag aan de Tweede Kamer in een brief over de voortgang van het Programma Modernisering Gevangeniswezen.

Eigen verantwoordelijkheid Momenteel krijgen gevangenen standaard extra activiteiten die komen bovenop het basis detentieregime waar gedetineerden wettelijk recht op hebben. Het gaat dan om activiteiten die erop gericht zijn te voorkomen dat gedetineerden opnieuw in de criminaliteit vervallen, zoals scholing of gedragstraining. Met het voorstel van Teeven wordt alleen nog geïnvesteerd in die gedetineerden die zich ook zelf inspannen om op het rechte pad te blijven. De staatssecretaris introduceert daartoe een detentieplan op maat.

Een detentieplan op maat
Elke gedetineerde krijgt binnen tien dagen zijn eigen detentieplan. Bij het opstellen van het plan wordt er rekening mee gehouden of iemand al eerder heeft vastgezeten, met zijn gedrag en met zijn motivatie. Gedetineerden die zich niet aan de afspraken uit het plan houden, degraderen en vallen terug naar het standaardaanbod.

Om gevangenen die zich wel aan de afspraken houden te stimuleren, worden extra activiteiten ontwikkeld die de gedetineerde moeten helpen niet terug te vallen in de criminaliteit. Zo gaat het NIBUD modules verzorgen die gevangenen leren om te gaan met geld. Deze komen bovenop al bestaande programma’s zoals het helpen naar werk via samenwerking met UWV-werkbedrijven.

In de laatste fase van de detentie gaat het gedrag ook bepalen of iemand wordt overgeplaatst naar een minder beveiligde inrichting met meer vrijheden en of iemand in aanmerking komt voor verlof. Verlof zonder reïntegratiedoel wordt afgeschaft.

Een strenge aanpak gaat in ieder geval gelden voor gedetineerden die een ernstig gewelds- of zedendelict hebben begaan. Op deze manier wordt tegemoet gekomen aan de gevoelens van slachtoffers, nabestaanden en de maatschappij.

Arbeid
Gedetineerden hebben recht op arbeid. Momenteel is het echter zo dat niet in alle inrichtingen genoeg arbeid voorhanden is. Om aan deze situatie een eind te maken wordt het aanbod van werk uitgebreid. Gedetineerden gaan daarom in de inrichtingen werk doen dat voorheen werd uitbesteed, zoals schoonmaakwerk, onderhoud en groenbeheer.

Ook wil Teeven de kosten van arbeid omlaag brengen. Van het aantal opdrachten moet daarom binnen twee jaar zeventig procent betaald zijn.

Nazorg
Het is belangrijk dat alle inspanningen die tijdens detentie zijn gedaan om recidive te voorkomen ook ná de gevangenisstraf worden voortgezet. Op dit terrein wordt vooruitgang geboekt. Zo zijn er inmiddels 406 ‘nazorgcoördinatoren’ aan de slag bij gemeenten.

Samen met medewerkers maatschappelijke dienstverlening binnen de gevangenis wordt actie ondernomen om te voorkomen dat ex-gedetineerden weer ontsporen. Ook na detentie komt de eigen verantwoordelijkheid meer centraal te staan, bijvoorbeeld door het stellen van voorwaarden aan een uitkering of huisvesting.

Modernisering Gevangeniswezen
Het programma Modernisering Gevangeniswezen is in 2008 gestart om de tijd dat gedetineerden vast zitten effectiever te benutten en om te voorkomen dat zij na detentie opnieuw de fout in gaan. De effecten van het programma zullen eind 2012, begin 2013 worden geëvalueerd.
Provincie:
Tag(s):