woensdag, 2. november 2011 - 9:30

Rapport over rol MIVD en AIVD bij evacuatiemissie in Libië

Den Haag

De minister van Defensie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben op 1 november 2011 het toezichtsrapport van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten over de rol van de MIVD en de AIVD bij een evacuatiemissie in Libië doorgestuurd naar de Tweede Kamer. Het toezichtsrapport is hiermee openbaar geworden.

Op 27 februari 2011 is vanaf het marineschip Hr. Ms. Tromp een evacuatiemissie ingezet om met de boordhelikopter een Nederlands staatsburger uit de Libische havenstad Sirte te halen. De missie verliep niet volgens plan en uiteindelijk is de bemanning van de boordhelikopter door een groep gewapende personen tot aan 11 maart 2011 vastgehouden.

Het besluit om met behulp van de boordhelikopter van Hr. Ms. Tromp een Nederlandse evacué uit Sirte te halen, zonder hiervoor toestemming te vragen aan de Libische autoriteiten, is genomen door de Ministeriële Kerngroep Speciale Operaties (MKSO). De Commissie stelt vast dat de rol van de MIVD of de AIVD in deze procedure niet nader is geëxpliciteerd. De Commissie beveelt aan de rol van de diensten in deze standaardprocedure op te nemen. De Commissie beveelt aan om duidelijk vast te leggen wat in voorkomende gevallen van de beide diensten wordt verwacht en waar de coördinatie ligt.

Hr. Ms. Tromp heeft op 27 februari 2011 voorafgaand aan de evacuatiemissie een request for information (RFI) verstuurd aan de MIVD. De operationele uitvoering van de evacuatiemissie is aangevangen zonder het antwoord van de MIVD op de RFI af te wachten. Aangezien de MIVD niet conform de afspraak telefonisch op de hoogte is gesteld van de RFI is de Commissie van oordeel dat de MIVD in dit geval niets is te verwijten. De Commissie constateert dat de MIVD bij de behandeling van de RFI niet is afgeweken van de gangbare procedure.

De MIVD heeft in de periode tussen de evacuatiemissie en de vrijlating van de gevangen genomen militairen in dit kader activiteiten ontplooid. De MIVD heeft daarbij bijzondere bevoegdheden ingezet. De Commissie is van oordeel dat de activiteiten van de MIVD in dit kader, inclusief de inzet van bijzondere bevoegdheden, voldoen aan de eisen die wet- en regelgeving daaraan stellen, met uitzondering van enkele gevallen. Deze gevallen betreffen tekortkomingen bij de inzet van bijzondere bevoegdheden op het procedurele vlak.

De AIVD is niet bij de voorbereiding en uitvoering van de evacuatiemissie betrokken geweest. De activiteiten die door de AIVD in de periode tussen de evacuatiemissie en de vrijlating van de bemanning zijn ontplooid voldoen aan de eisen van wet- en regelgeving.

De MIVD en de AIVD hebben in het traject na het mislukken van de evacuatiemissie grotendeels onafhankelijk van elkaar activiteiten ontplooid. In feite is sprake geweest van gescheiden trajecten. De Commissie is van oordeel dat de communicatie tussen beide diensten te laat en te langzaam op gang is gekomen. De diensten hebben elkaar in de onderhavige kwestie onvoldoende vooraf op de hoogte gesteld van elkaars activiteiten.

De coördinatie van de diplomatieke inspanningen om de gevangen genomen Nederlandse militairen vrij te krijgen heeft gelegen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Voor de MIVD is het uitgangspunt dat het diplomatiek spoor niet mag worden doorkruist leidend geweest bij zijn inspanningen.

De AIVD heeft in ieder geval aanvankelijk deze afstemming niet gezocht. De Commissie is van oordeel dat de AIVD waar mogelijk zijn activiteiten had moeten afstemmen met het ministerie van Buitenlandse Zaken teneinde iedere mogelijke doorkruising van een reeds lopend diplomatiek traject te voorkomen.

Het bovenstaande in aanmerking genomen komt de Commissie tot de conclusie dat de activiteiten van de diensten inzake de evacuatiemissie meer hadden moeten worden afgestemd en gecoördineerd ten behoeve van het diplomatieke proces, dit zowel wat betreft de diensten onderling als gezamenlijk in samenspraak met het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Voor de afstemming tussen de MIVD en de AIVD onderling ziet de Commissie in het bijzonder een rol weggelegd voor de coördinator van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Het is de Commissie gebleken dat de coördinator bij de onderhavige kwestie niet betrokken is geweest. De Commissie is van oordeel dat de rol van de coördinator nadere invulling behoeft.
Provincie:
Tag(s):