Vader en zoon waren in 1990 wegens etnisch geweld - waarbij de moeder kwam te overlijden - gevlucht uit Azerbeidjan. Na omzwervingen van tien jaar belandden zij in Nederland, waar zij de verblijfsstatus kregen. De relatie tussen de vader en de zoon ontwikkelde zich problematisch. De dominante vader had verlatingsangst en kon geen moment zonder de zoon. Deze kon hierdoor niet werken en had geen enkele ruimte voor zichzelf. Anderen verklaarden dat de vader de zoon terroriseerde.
Op 13 januari, precies twintig jaar na het overlijden van de moeder, gaf een stem de zoon opdracht zijn vader dood te slaan: 'Als je wilt leven, moet je hem doodslaan'. Deed hij dit niet, dan zouden ze allebei doodgemaakt worden. En zo kwam de man ertoe zijn vader dood te slaan en met een mes te verwonden. Als doodsoorzaken werden bloedverlies en verstikking vastgesteld.
De deskundigen van het Pieter Baancentrum, waar de man is onderzocht, hebben de diagnose schizofrenie vastgesteld. De prognose is niet gunstig. De kans op een nieuwe psychose is groot en de man kan geen weerstand bieden tegen de hallucinaties die dan optreden. Gezien deze zorgwekkende prognose, de volledige ontoerekeningsvatbaarheid en het agressieve gedrag, eiste de officier van justitie dan ook om tbs met dwangverpleging op te leggen.
