woensdag, 12. januari 2011 - 9:47

Tweede oordeel van rechter over asielvergunning niet altijd in Nederland afwachten

Den Haag

Asielzoekers die beroep aantekenen tegen de afwijzing van een herhaalde asielaanvraag mogen de uitspraak van de rechter in de praktijk niet meer in Nederland afwachten. Dat schrijft minister Leers (Immigratie en Asiel) woensdag in een brief aan de Tweede Kamer.

Dit geldt voor asielzoekers waarvan de tweede of opvolgende asielaanvraag door de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) is afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn. Ook wanneer bijvoorbeeld duidelijk is dat de asielzoeker probeert de procedures te gebruiken om vertrek uit Nederland te frustreren, mag de beroepsprocedure in de praktijk niet langer in Nederland worden afgewacht.

Met deze maatregel wil minister Leers het indienen van zinloze vervolgaanvragen verder tegengaan. Als een vreemdeling beroep aantekent tegen een afwijzing van de IND en hij het beroep niet in Nederland mag afwachten, vraagt hij vaak een zogenaamde ‘voorlopige voorziening’ aan bij de bestuursrechter om het vertrek uit te stellen.

Tot nu toe mocht het verzoek om deze voorlopige voorziening in principe in Nederland worden afgewacht. Aan deze praktijk maakt minister Leers nu een einde als het om een vervolgaanvraag gaat die is afgewezen omdat er geen nieuwe feiten aan ten grondslag liggen.

De maatregel van de minister is erop gericht om misbruik en oneigenlijk gebruik van de procedures om het vertrek te frustreren tegen te gaan. Uiteraard blijft het altijd mogelijk om beroep bij de rechter aan te tekenen tegen een beslissing van de IND. Het instellen van beroep zal echter niet meer in alle gevallen leiden tot uitstel van vertrek.

In de procedure voor de eerste asielaanvraag verandert er niets; dan mogen vreemdelingen hun verzoek om een voorlopige voorziening in Nederland blijven afwachten.
Provincie:
Tag(s):