De rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders ten onrechte een tijdelijke ontheffing heeft verleend voor het plaatsen van een mijnbouwwerk om naar schaliegas te zoeken.
Volgens de rechtbank moet bij het verlenen van een tijdelijke ontheffing van het bestemmingsplan vaststaan dat de activiteiten binnen vijf jaar definitief beëindigd zijn. De rechtbank meent dat het echter goed mogelijk is dat er na de proefboring wordt overgegaan op het winnen van aardgas op die locatie.
De rechtbank draagt het Boxtelse college op een nieuw besluit te nemen en daarbij het oordeel van de rechtbank te betrekken.