De rechtbank Breda acht bewezen dat de twee Poolse mannen, nadat ze op de bewuste datum ’s-nachts bij het centraal station in Tilburg in de taxi stapten, de afspraak maakten om de taxichauffeur te beroven en ‘op te ruimen’. Nadat de taxi arriveerde op de plaats van bestemming, een camping in Kaatsheuvel, is er zeven keer op de chauffeur geschoten. Daarna zijn er spullen van het slachtoffer weggenomen, is hij in een greppel achtergelaten en is geprobeerd om met de taxi weg te rijden.
De rechtbank kan niet met zekerheid vaststellen wie van de Poolse mannen het wapen bij zich had en geschoten heeft, maar vast staat dat zij samen de moord hebben beraamd en uitgevoerd. De rechtbank leidt dit onder meer af uit de verklaringen van de mannen zelf en andere getuigen, en uit DNA-sporen die zijn aangetroffen bij het slachtoffer en de taxi.
Een derde Poolse man is door de rechtbank vrijgesproken van betrokkenheid bij dit misdrijf, omdat er onvoldoende bewijs is dat hij een aandeel heeft gehad in het doden of beroven van de Tilburgse taxichauffeur. Wel is volgens de rechtbank op basis van DNA- en andere sporen komen vast te staan dat hij betrokken is geweest bij een eerdere poging tot beroving van een taxichauffeur in Den Haag op 27 juni 2010.
